Figuur 5. Speciale toetsen
Hieronder worden de sneltoetsen kort geïntroduceerd.
1
Sneltoetsen
Om de speciale functies te starten die op elke toets zijn aangegeven, drukt u direct op de sneltoets.
Hiermee schakelt u het volume in of uit.
Hiermee verlaagt u het volume.
Hiermee verhoogt u het volume.
Hiermee sluit u het actieve venster.
Hiermee vernieuwt u het bureaublad of het actieve venster.
Hiermee schakelt u het touchpad en de touchpadknoppen in of uit.
Hiermee wijzigt u de draadloze instellingen (Windows 7).
Hiermee schakelt u de vliegmodus in- of uit. Wanneer de vliegmodus wordt ingeschakeld, is er geen
enkele draadloze communicatie van en naar deze computer beschikbaar (Windows 10).
Hiermee kunt u de geopende toepassingen weergeven.
Hiermee schakelt u het LCD-achtergrondlicht in of uit.
Selecteert het actieve schermapparaat. Gebruik deze toetsencombinatie om de LCD van de computer,
een aangesloten extern apparaat of beide te selecteren als het actieve schermapparaat.
Opmerking: U kunt hiervoor ook de combinatie Windows+P gebruiken.
Beeldscherm donkerder maken.
Beeldscherm lichter maken.
.
Hoofdstuk 2
De computer gebruiken
11