2 Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
2.1 Voor aansluiting en bediening
•
De toestellen zijn gebouwd in overeenstemming
met de relevante veiligheidsvoorschriften.
•
Het aansluiten van de apparaten op het
elektriciteitsnet en het repareren en onderhouden
van de apparaten mag alleen worden uitgevoerd
door een gekwalificeerde elektricien volgens de
geldende veiligheidsvoorschriften. Laat voor uw
eigen veiligheid niemand anders dan een
gekwalificeerde onderhoudsmonteur het product
installeren, onderhouden of repareren.
•
Als de voedingskabel van dit apparaat
beschadigd is, moet deze worden vervangen
door de fabrikant, de klantendienst van de
persoon om gevaar te voorkomen.
•
Het apparaat mag niet met een externe timer of
een
extern
telecontrolesysteem
gebruikt.
2.2 Algemene informatie over de kookplaat
•
Laat de inductiekookplaat nooit zonder toezicht
werken, omdat het hoge vermogen resulteert in
zeer snelle reacties.
•
Let bij het koken op de opwarmsnelheid van de
kookzones. Vermijd het droogkoken van de
pannen, aangezien het risico bestaat dat de
pannen oververhit raken!
•
Plaats geen lege potten en pannen op
ingeschakelde kookzones.
•
Wees voorzichtig bij het gebruik van
sudderpannen, want sudderend water kan
ongemerkt opdrogen, wat kan leiden tot schade
aan de pan en aan de kookplaat waarvoor geen
aansprakelijkheid kan worden aanvaard.
•
Het is essentieel dat u een kookzone na gebruik
uitschakelt met de betreffende min-toets en niet
alleen met de panherkenning.
•
Oververhitte vetten en oliën kunnen spontaan
ontbranden. Houd altijd toezicht op de bereiding
van voedsel met vetten en oliën. Blus nooit
aangestoken vetten en oliën met water! Schakel
het apparaat uit en dek de vlam vervolgens
voorzichtig af, bijvoorbeeld met een deksel of een
blusdeken.
•
Het glaskeramische oppervlak van de kookplaat
is extreem robuust. Laat echter geen harde
voorwerpen op de keramische kookplaat vallen.
Scherpe voorwerpen die op uw kookplaat vallen,
kunnen deze breken.
Veiligheidsinstructies en
waarschuwingen
worden
22
•
Er is een risico van elektrische schokken als de
glaskeramische kookplaat breuken, barsten,
scheuren of andere beschadigingen krijgt.
Schakel het apparaat onmiddellijk uit. Koppel de
zekering onmiddellijk los en bel de
klantenservice.
•
Als de kookplaat door een defect in de
sensorbesturing niet kan worden uitgeschakeld,
schakel dan onmiddellijk het apparaat uit en bel
de klantenservice.
•
Wees voorzichtig bij het werken met
huishoudelijke apparaten! Aansluitkabels
mogen niet in contact komen met hete
kookzones.
•
Brandgevaar: bewaar nooit voorwerpen op de
kookplaat.
•
De glaskeramische kookplaat mag niet als
opslagruimte worden gebruikt.
•
Leg geen aluminiumfolie of plastic op de
kookzones. Houd alles wat zou kunnen smelten,
zoals plastic, folie en vooral suiker en
suikerhoudende voedingsmiddelen uit de buurt
van hete kookzones. Gebruik een speciale
glasschraper om eventuele suiker direct van de
keramische kookplaat te verwijderen (wanneer
deze nog heet is) om beschadiging van de
kookplaat te voorkomen.
•
Metalen voorwerpen (potten en pannen, bestek,
enz.) mogen nooit op de inductiekookplaat
worden geplaatst, aangezien deze heet kunnen
worden. Gevaar voor verbranding!
•
Plaats geen brandbare, ontvlambare of door
warmte vervormbare voorwerpen direct onder
de kookplaat.
•
Metalen voorwerpen die op uw lichaam worden
gedragen, kunnen in de directe omgeving van
de inductiekookplaat heet worden. Voorzichtig!
Gevaar voor brandwonden! Niet-
magnetiseerbare voorwerpen (bijv. gouden of
zilveren ringen) worden niet beïnvloed.
•
Gebruik de kookzones nooit om ongeopende
conservenblikken of verpakkingen van
composietmateriaal op te warmen. Door de
stroomtoevoer kunnen ze barsten!
•
Houd de sensortoetsen schoon, aangezien
het apparaat vuil als vingercontact kan
beschouwen. Leg nooit iets (pannen,
theedoeken etc.) op de sensortoetsen!
NL