Aanwijzingen voor de installateur
9. AANPASSING AAN VERSCHILLENDE GASTYPES
Voordat de volgende handelingen uitgevoerd worden, moet de stroomtoevoer
naar het toestel uitgeschakeld worden.
Het toestel werd gekeurd voor methaan G20 aan een druk van 20 mbar.
Wanneer andere gastypes worden gebruikt, moeten de straalpijpen op de
branders vervangen worden en moet de minimum vlam op de gaskranen
geregeld worden. Voor de vervanging van de straalpijpen moet gehandeld
worden zoals wordt beschreven in de volgende paragrafen.
9.1
Vervanging van de straalpijpen van de kookplaat
1 Verwijder de roosters, alle deksels en de vlamverdelers;
2 Draai alle straalpijpen van de branders los met behulp van een buissleutel
van 7 mm;
3 Vervang de straalpijpen van de branders met diegene voor het gas dat
gebruikt zal worden (raadpleeg paragraaf "9.2 Tabellen met kenmerken van
de branders en de straalpijpen");
4 Plaats de branders weer correct in de gepaste zittingen.
79