Storingen
Indien het toestel niet werkt, kan dit als reden hebben, dat:
1.
De ruimtethermostaat te laag is ingesteld.
2.
De elektriciteit is uitgevallen, de zekering van de desbetreffende eindgroep of de zekering in het
toestel is doorgebrand.
3.
De gastoevoer is onderbroken door wegvallen waakvlam.
4.
De gastoevoer is onderbroken door het aanspreken van de thermische terugslagbeveiliging, welke
in het 24 volt-circuit geplaatst is.
Controleer rookgasafvoersysteem op juist funktioneren.
Na oplossen oorzaak van de storing zal de thermische terugslagbeveiliging (TTB) zichzelf
automatisch "resetten"
5.
Het toestel is oververhit geweest en in storing gevallen.
Deze storing kan veroorzaakt zijn door:
a) De filters zijn sterk vervuild
b) De systeemventilator draait niet
c) Er zijn teveel uitblaasroosters dichtgezet
De storing kan worden verholpen door het toestel te laten afkoelen en de rode resetknop van de
maximaalthermostaat in te drukken (zie figuur 9, nr. 7).
Indien de storing een andere oorzaak heeft, dan het toestel uitzetten en de installateur waarschuwen.
Wanneer t.g.v. een storing een onderdeel vervangen moet worden, moet het desbetreffende onderdeel
volgens bijgevoegde onderdelenlijst besteld worden.
Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd.
Installatievoorschrift N-serie juli 2000
Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd.