Afstellen ventilator- en maximaalthermostaat
De ventilatorschakelaar, welke er voor zorgt, dat er geen "koude" lucht in de vertrekken wordt geblazen,
dient te worden afgesteld op 30
(middelste ruiter).
De rechter ruiter bedient de maximaalthermostaat en deze is zodanig afgesteld, dat deze aanspreekt als
de luchttemperatuur in de uitblaaskast 95
Voor het juiste afstelpunt van het desbetreffende toestel, zie onderstaande tabel.
Na inwerking treden van de maximaalthermostaat moet deze, na oplossen van de storing, worden reset
d.m.v. rode resetknop op de maximaalthermostaat (zie figuur 9).
B - 12
B - 17
B - 23
B - 28
B - 34
Figuur 9. Ventilator- en maximaalthermostaat.
Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd.
o
o
C en 40
C resp. uitschakelpunt (linker ruiter) en inschakelpunt
o
C is.
Upflow toestel
65 ° C
85 ° C
60 ° C
70 ° C
60 ° C
1 = Ventilatorschakelaar
2 = Maximaalthermostaat
3 = Maximaaltemperatuur
4 = Uitschakeltemperatuur systeemventilator
5 = Inschakeltemperatuur systeemventilator
6 = N.v.t.
7 = Resetknop maximaalthermostaat
Installatievoorschrift N-serie juli 2000
Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd.
Downflow toestel
75 ° C
120 ° C
85 ° C
80 ° C
65 ° C
4025x.plt