B. Inregelen van de luchthoeveelheid op de roosters
1. Ook hier geldt dat het systeem stabiel moet zijn voordat men verder gaat inregelen.
2. Controleer op alle roosters en ventielen de luchthoeveelheid met de volgende formules:
Algemeen geldt: ---------------------------------- = m/min.
vrije doorlaat rooster x 60
Voor toevoerrooster 57 x 305 geldt : -------- = m/min.
Voor toevoerrooster 102 x 305 geldt: -------- = m/min.
3. Begin met inregelen met de roosters welke de grootste positieve afwijking vertonen met de
gewenste berekende hoeveelheid lucht en werk zo alle roosters af.
4. Controleer als laatste het eerst ingestelde rooster en meet, indien er afwijkingen zijn nog eens
alle roosters.
5. Indien door het luchttechnisch inregelen de ∆ T sterk is verhoogd, zal een hogere spanning op de
ventilator gekozen moeten worden.
Hierdoor zal er uit ieder rooster evenredig meer luchtstromen.
6. Als uit de roosters de gewenste hoeveelheid lucht komt, kan de maximum opening ervan worden
geblokkeerd met de stelschroef.
7. Geef de definitieve klepstanden aan op het kanaal.
Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd.
3
m
/h
Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd.m
Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd.0,72
Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd.m
Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd.1,32
Installatievoorschrift N-serie juli 2000
Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd.
3
/h
3
/h