Open de toegangsklep voor de printkop.
4.
Controleer of de wagen met cartridges niet is geblokkeerd. U moet de wagen mogelijk naar de
5.
rechterkant schuiven.
Verwijder vastgelopen papier of andere objecten die de wagen met cartridges blokkeren.
Zorg ervoor dat de printkopvergrendeling goed is gesloten.
6.
LET OP:
gevraagd.
Sluit de voorklep van de printer.
7.
NLWW
Open de printkopvergrendeling niet nadat u de printer hebt ingesteld, tenzij u hierom wordt
Papierstoringen en problemen met papieraanvoer
71