Verbinding tussen de CTC CombiAir en de
regelmodule
Voorzichtig!
Bij het installeren van de CTC CombiAir moet
de CTC-regelunit de juiste softwareversie heb-
ben. Let erop dat de regelunit in dit geval ten
minste softwareversie 2020-06-01 heeft.
De kabel tussen de units moet worden aangesloten
tussen de klemmenstrook voor communicatie (AA23-
X4:1, 2, 3) in de CTC CombiAir en de klemmenstrook
voor communicatie (A2-G52(A), -G51 (B), -G53 (GND))
in de CTC EcoLogic M, L.
F2040
CTC CombiAir
GND
6
B
5
A
4
GND
3
B
2
A
1
AA23-X4
Regelmodule
CTC Styrmodul
GND
40
Hoofdstuk 5 |
Elektrische aansluitingen
B
A
G53
G51
G52
A2
CTC EcoLogic M, L en verschillende CTC CombiAir
CTC CombiAir
GND
6
B
5
A
4
GND
3
B
2
A
1
AA23-X4
F2040
CTC CombiAir
GND
6
B
5
A
4
GND
3
B
2
A
1
AA23-X4
CTC Styrmodul
Regelmodule
GND
B
G53
G51
A2
Adressering via cascadeschakeling
Op de communicatiekaart (AA23-S3) wordt het commu-
nicatieadres geselecteerd voor de CTC CombiAir naar
de regelunit. Het standaardadres voor de CTC Combi-
Air is 1. Bij een cascadeschakeling moet elke CTC Com-
biAir een uniek adres hebben. Het adres heeft een binai-
re codering. Aan warmtepompen kan ook een naam
worden gegeven via de software vanaf de regelunit.
Hierbij wordt ervan uitgegaan dat de warmte-
pomp 1 (Adres 1) standaard is ingesteld (Off/Off/Off).
Zie voor meer informatie de Installatie- en onderhouds-
instructies voor de regelunit.
Adres
S3:1
1
UIT
2
Aan
3
UIT
4
Aan
5
UIT
6
Aan
7
UIT
A
G52
S3:2
S3:3
UIT
UIT
UIT
UIT
Aan
UIT
Aan
UIT
UIT
Aan
UIT
Aan
Aan
Aan
CTC CombiAir