13-TREFWOORDEN VAN HET MENU EN WERKING
AANSLUITING EXTERNE THERMOSTAAT (optie)
De omgevingsthermostaat wordt niet bij de kachel geleverd en de installatie ervan moet uitgevoerd worden door
een gespecialiseerd technicus.
OPGEPAST!
De elektrische kabels mogen niet in contact komen met de hete delen van de kachel.
AMB. H2O +TC-
De temperatuur van de kachel kan ook worden bestuurd via een externe omgevingsthermostaat. Indien deze zich in het midden bevindt
van de ruimte waarin hij is geïnstalleerd, zal hij een zeer grote overeenkomst garanderen tussen de verwarmingstemperatuur die aan de
kachel wordt gevraagd en de effectieve temperatuur die door de kachel wordt geleverd.
Sluit de kabels afkomstig van de externe thermostaat aan op de klem "Opt. therm" op de N100-kaart op de kachel.
Activeer de externe thermostaat (fabrieksinstelling OFF) op de volgende manier:
•
Op de toets "menu" drukken.
•
Met de pijltjes doorlopen tot aan "Instellingen".
•
Selecteer door op "menu" te drukken.
•
Opnieuw met de pijltjes doorlopen tot aan "Externe thermostaat".
•
Selecteer door op "menu" te drukken.
•
Druk op de toetsen - +.
•
Selecteer "On" om de externe thermostaat te activeren.
•
Druk op de toets "menu" om te bevestigen.
•
Druk op de toets "esc" om te verlaten.
Eens de externe thermostaat is geactiveerd, verschijnt op het paneel ON of OFF i.p.v. de temperatuur gemeten door de kachelsonde,
afhankelijk van de aan- of afwezigheid van warmteverzoeken van de externe thermostaat
ON als het contact van de externe thermostaat gesloten is, OFF als het contact open is.
14
DISPLAY
SIC DEP. FUMI SCA
COC.
N
TERM.
ENCODER FUMI
OPT.
+5V GND ENC
SERIAL
ACC.
F N
PE