Kenmerken van AmpFlex
Stroomsensor
I nominaal
100 Aac
400 Aac
AmpFlex
®
A196A
A193
2000 Aac
10 000 Aac
100 Aac
MiniFlex
®
400 Aac
MA193
MA196
MA194
2000 Aac
10 000 Aac
1 : Onder voorbehoud dat de geleider omklemd kan worden.
De nominale gebieden zijn tot de helft verminderd tot 400Hz (*).
Beperking van de AmpFlex
Net als bij alle Rogowski-sensoren is de uitgangsspanning van de AmpFlex
hoge stroomwaarde met een hoge frequentie kan de stroomingang van de apparaten verzadigen.
Om verzadiging te voorkomen, moet de volgende voorwaarde nageleefd worden:
n=∞
∑
[n. I
] < I
n
nom
n=1
Met
I
de range van de stroomsensor
nom
n de rij van de harmonische
I
de waarde van de stroom voor de harmonische van rij n
n
Zo moet de range van de ingangsstroom van een dimmer 5 maal lager zijn dan de geselecteerde stroomrange van het apparaat.
Dit vereiste houdt geen rekening met de beperking van de bandbreedte van het apparaat die andere fouten kan veroorzaken.
en MiniFlex
®
®
Stroom
(RMS of DC)
[200 mA; 5 A[
[5 A; 120 A[ *
[0,8 A; 20 A[
[20 A; 500 A[ *
[4 A; 100 A[
[100 A; 2 400 A[ *
[20 A; 500 A[
[500 A; 12 000 A[ *
[200 mA; 5 A[
[5 A; 120 A[ *
[0,8 A; 20 A[
[20 A; 500 A[ *
[4 A; 100 A[
[100 A; 2 400 A[ *
[20 A; 500 A[
1
[500 A; 12 000 A[ *
en de MiniFlex
®
®
Intrinsieke
Intrinsieke
onzekerheid bij
onzekerheid bij
50/60 Hz
± 1,2 % R ± 50 mA ± 2 % R ± 0,1 A
± 1,2 % R ± 0,2 A
± 2 % R ± 0,4 A
± 1,2 % R ± 1 A
± 2 % R ± 2 A
± 1,2 % R ± 5 A
±2 % R ± 10 A
± 1 % R ± 50 mA
± 2 % R ± 0,1 A
± 1 % R ± 0,2 A
± 2 % R ± 0,4 A
± 1 % R ± 1 A
± 2 % R ± 2 A
± 1 % R ± 1 A
± 2 % R ± 2 A
Tabel 21
en de MiniFlex
®
62
Intrinsieke
onzekerheid
over ϕ
400 Hz
bij 50/60 Hz
-
± 0,5°
-
± 0,5°
-
± 0,5°
-
± 0,5°
-
± 0,5°
-
± 0,5°
-
± 0,5°
-
± 0,5°
proportioneel aan de frequentie. Een
®
Typische
onzekerheid
over ϕ
bij 400 Hz
-
- 0,5°
-
- 0,5°
-
- 0,5°
-
- 0,5°
-
- 0,5°
-
- 0,5°
-
- 0,5°
-
- 0,5°