Open, ongeacht de gekozen verbinding, vervolgens de software PEL Transfer (zie §5) om het apparaat op de PC aan te sluiten.
Bij het aansluiten van de USB- of Ethernetkabel wordt het apparaat niet ingeschakeld en wordt de accu niet opgeladen.
Voor de LAN Ethernetverbinding beschikt de PEL over een IP-adres.
Wanneer u het apparaat configureert met de software PEL Transfer en als het vakje "DHCP activeren" (dynamisch IP-adres)
aangevinkt is, zendt het apparaat een verzoek naar de DHCP-server van het netwerk om automatisch een IP-adres te verkrijgen.
Het gebruikte Internetprotocol is UDP of TCP. De standaard gebruikte poort is 3041. Deze kan gewijzigd worden in PEL Transfer,
zodat verbindingen tussen de PC en meerdere apparaten achter een router toegestaan zijn.
De modus voor een automatisch IP-adres is ook beschikbaar wanneer de DHCP geselecteerd is en de DHPC-server niet binnen
60 seconden gedetecteerd is. De PEL zal standaard het adres 169.254.0.100 gebruiken. Deze modus voor een automatisch IP-
adres is compatibel met APIPA.
Een gekruiste kabel kan nodig zijn.
U kunt de parameters van het net wijzigen wanneer u bent via een LAN Ethernetverbinding bent aangesloten, maar
aangezien de netparameters gewijzigd zijn, verliest u de verbinding. U moet daarvoor bij voorkeur een USB-aansluiting
gebruiken.
3.4. AANSLUITING VIA DE BLUETOOTH VERBINDING, WI-FI OF VIA 3G-UMTS/GPRS
Via deze verbindingen kan het apparaat geconfigureerd worden via de software PEL Transfer, kunnen de metingen bekeken worden
en kunnen de registraties gedownload worden op een PC, een smartphone of een tablet.
Steek, om een 3G-UMTS/GPRS verbinding te verkrijgen, een SIM-kaart in het apparaat. Draai de 2 schroeven van het luikje los en
verwijder dit. Steek de SIM-kaart in het apparaat in de aangegeven richting. Zet het luikje terug en draai de 2 schroeven weer vast.
Men moet ook de bij de SIM-kaart behorende APN (Access Point Name) en de PIN-code aangeven met behulp van de software
PEL Transfer in Configuratie/Communicatie/3G. De IRD-server wordt automatisch geactiveerd.
Druk op de toets en Selectie
branden.
Laat de toets Selectie
Als u deze loslaat terwijl het lampje REC brandt, start of stopt het registreren.
Als u deze loslaat terwijl het lampje
Als u deze loslaat terwijl het lampje
Als u deze loslaat terwijl het lampje
en houd deze ingedrukt. De lampjes REC,
los wanneer de gewenste functie brandt.
brandt, wordt de Bluetooth verbinding in- of uitgeschakeld.
brandt, wordt de Wi-Fi in- of uitgeschakeld.
brandt, wordt de 3G-UMTS/GPRS geactiveerd of gedeactiveerd.
Figuur 11
15
,
,
gaan na elkaar ieder 3 seconden