Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Hoe Werkt Het Air-Assisted Spuitpistool; Het Spuitpatroon Af- En Bijstellen - Graco AA Series Bedieningsinstructies

Inhoudsopgave

Advertenties

Hoe werkt het air-assisted
spuitpistool
Het air-assisted spuitpistool combineert de principes van
airless en luchtgedreven spuiten. De spuittip zorgt ervoor dat
het materiaal het pistool in een bepaald patroon verlaat, net
als bij een conventionele airless spuittip. De lucht uit de lucht-
kap vernevelt het materiaal verder en zorgt ervoor dat de
nakomende verf ook wordt verneveld zodat er een gelijk-
matiger patroon wordt bereikt. De breedte van het patroon
kan worden bijgesteld met de patroonafstelklep.
Het verschil tussen een air-assisted spuitpistool en een lucht-
spuitpistool: als bij een air-assisted spuitpistool de lucht voor
het patroon wordt opgevoerd, wordt de patroonbreedte
kleiner. Om de patroonbreedte te vergroten gebruikt u minder
patroonlucht of een groter formaat spuittip.
Het spuitpistool heeft een ingebouwde bedrijfsvolgorde:
wanneer de trekker wordt ingedrukt, komt er eerst lucht uit het
pistool voor er materiaal uitkomt. Wanneer de trekker wordt
losgelaten, stopt het materiaal voor de luchtstroom stopt. Hier-
door bent u er zeker van dat de spray wordt verneveld en het
voorkomt dat er materiaal op de luchtkap komt te zitten.

Het spuitpatroon af- en bijstellen

GEVAAR VOOR INJECTIE DOOR DE HUID
Om het gevaar op scheuren van componenten en ernstig
letsel te verminderen, mag de maximale materiaalwerkdruk
van het pistool of de maximum werkdruk van het onderdeel
met de laagste drukwaarde in het systeem niet worden
overschreden.
1.
Draai de luchttoevoer van het pistool nog niet open.
Zet de materiaaldruk op een lage startdruk. Als er een
materiaaldrukregelaar is geïnstalleerd, gebruik deze
dan voor het af- en bijstellen.
Als uw systeem geen materiaalregelaar heeft, dan wordt
de materiaaldruk geregeld door de luchtregelaar van de
aanvoerpomp op basis van onderstaande formule:
Overbrengings-
verhouding pomp
2.
Druk de trekker van het pistool in om de verneveling te
controleren; let nog niet op de vorm van het patroon.
311147J
x Instelling
=
Mate-
luchtregelaar
riaaldruk
pomp
3.
Verhoog langzaam de materiaaldruk net tot het punt waa-
rop verdere toename van de materiaaldruk de verneveling
van het materiaal niet significant verbetert. Zie het onder-
staande voorbeeld.
4.
Sluit de lucht voor de afstelling van het patroon af door de
knop rechtsom (naar binnen) te draaien. Zie F
mee stelt u het pistool af op het breedste patroon.
OPEN
F
. 14
IG
5.
Stel de druk voor de vernevelingslucht in op circa 5 psi
(3,5 kPa, 0,35 bar) wanneer de trekker wordt ingedrukt.
Controleer het spuitpatroon en verhoog vervolgens
langzaam de luchtdruk tot de slierten aan einde volledig
worden verneveld en in het spuitpatroon worden getrok-
ken. Zie F
. 15. Een luchtdruk van zeven tot 10 psi (4,9
IG
tot 7.0 kPa, 0,49 tot 0,7 bar) is meestal genoeg voor het
vernevelen van de slierten, vooral bij laagviskeuze materi-
alen. Als u de luchtdruk te hoog instelt, ontstaat materiaa-
laanslag op de luchtkap en vermindert het
spuitrendement. Ga niet verder dan een luchtdruk van
100 psi (0,7 MPa, 7 bar) naar het pistool.
Draai voor een smaller patroon de knop voor het afstellen
van het patroon linksom (naar buiten). Zie F
patroon nog niet smal genoeg is, verhoog dan de lucht-
druk naar het pistool enigszins of gebruik een ander
formaat spuittip. (niet verkrijgbaar voor pistolen met
een RAC-tip.)
te weinig
geen lucht
F
. 15
IG
Bediening
. 14. Hier-
IG
DICHT
. 14. Als het
IG
juiste hoeveelheid
lucht
lucht
TI6559A
TI0792A
11

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

G15G40G40 rac-tipTi6553aTi6844aTi7204b ... Toon alles

Inhoudsopgave