Montage-, gebruikers- en onderhoudshandleiding
2 Installatie
2.1 Plaatsen van de module
Elektrostatische ontladingen (ESD) kunnen schade veroorzaken aan interne elektrische
componenten als u geen voorzorgsmaatregelen neemt. ESD wordt veroorzaakt door statische
elektriciteit en de veroorzaakte schade is meestal permanent.
Binnen het apparaat waarin de Pulse-out module zal worden geplaatst, zijn delen aanwezig die
verbonden zijn met de netspanning. Sluit de netspanning af voorafgaand de werkzaamheden. Zie
de gebruikershandleiding van het apparaat waarin de Pulse-out module zal worden geplaatst.
Afhankelijk van het apparaat waarin de Pulse-out module wordt geplaatst wordt de Pulse-out module als volgt
geïnstalleerd:
•
Alle modellen UNILOG 300 met netvoeding van het type N33, N34 of N35 (zie typeplaatje linker
buitenzijde): op de voorste PCB zijn 1 of 2 vrije aansluitingen aanwezig. Plaats de Pulse-out module
op een vrije aansluiting.
•
ISC230B (zie typeplaatje linker buitenzijde): er zijn 3 aansluitingen aanwezig. Er kunnen al andere
modules aanwezig zijn. Plaats de Pulse-out module op een van de twee achterste aansluitingen.
Verplaats zo nodig daarvoor een al aanwezige module.
2.2 Verbinden met externe apparatuur
De bekabeling voor de verbinding met externe apparatuur wordt door een vrije wartel van de UNILOG 300 of
ISC230B geleid en aangesloten op een of meerdere schroefaansluitingen van de uitgangen OUT 1 t/m OUT
4 van de Pulse-out module. Er worden geen specifieke eisen gesteld aan de bekabeling mits deze geschikt
is voor een deugdelijke en water dichte montage in de wartel waardoor de bekabeling wordt gevoerd.
Er hoeft geen rekening gehouden te worden met eventuele polariteit van de aansluiting met de externe
apparatuur.
Maximale waarden van het signaal van de externe apparatuur:
-
Maximaal 125 V gelijk of wisselspanning
-
Maximaal 100 mA.
DDNN102GHNL /03-2023/Rev. 5
Pulse-out module
3