3.4 Irisdiafragma
Het geïntegreerde irisdiafragma dient voor het
traploos instellen van de scherptediepte zonder
hierbij de vergroting te wijzingen. Door de diafrag-
madiameter te reduceren, kunt u het scherpte-
dieptebereik vergroten. Daarbij wordt de lichtke-
gel eveneens verkleind en neemt de beeldlumi-
nantie af.
De klemschroef (12.5) dient als grip voor het
instellen en arreteren van het irisdiafragma:
1 = kleinste diameter (grootste scherptedieptebe-
reik)
5 = open OPEN.
3.5 Focusseren
De grof-/fijninstelring is met max. 15kg belastbaar.
– resolutie met een belasting van 5kg: 1 micron
– resolutie met een belasting van 10kg: 2 micron
Stel grote afstanden in met de binnenste grofin-
stelring (12.6a).
Stel het focus nauwkeurig in met de buitenste
fijninstelring (12.6b).
Lees bij toepassing van een automatisch
focussysteem a.u.b. de afzonderlijke gebruiksaan-
wijzing.
Transportweerstand instellen
Draait de focalisatie-instelring te licht/te zwaar of
zakt de uitrusting vanzelf omlaag? Afhankelijk van
het uitrustingsgewicht en uw persoonlijke voor-
keur kan de transportweerstand individueel wor-
den ingesteld:
Houdt de linker of rechter fijninstelring (12.6b)
vast.
Draai aan de andere fijninstelring tot de gewen-
ste weerstand bij het focusseren is bereikt.
3.5.1 Fijnfocusring aan het objectief
De optionele fijnfocusring (12.4) maakt het fijnge-
voelig en nauwkeurig focusseren mogelijk in een
bereik van 10mm. De fijnfocusring is noodzakelijk
om bij sterke vergrotingen, met name bij toepas-
sing van de HR microscoopobjectieven, nauwkeu-
rig te kunnen focusseren.
Stel de scherptediepte in door aan de kartelring
(12.4) te draaien.
3.6 Microscoperen met/zonder bril
– De gebruiker kan met de draaibare ooglenzen
(11.4) van de oculairs zijn/haar dioptrie instellen.
– Bij het microscoperen met bril dient de oog-
schelp (11.3) te worden afgenomen resp. terug-
geklapt, omdat anders niet meer het complete
blikveld kan worden overzien.
– Brillen met multifocusglazen (bifocale en over-
loopglazen) dienen bij het microscoperen te
worden afgezet.
– Bij het microscoperen zonder bril kan de
gebruiker de oogschelpen (11.3) naar wens
instellen. Veel gebruikers willen nauw oogcon-
tact en maken gebruik van de oogschelpen.
aan dat elke gebruiker zijn/haar eigen oogschel-
pen gebruikt.
wordt aan de buitenzijde van de oculairbehuizing
een rondom lopende zilverkleurige gegraveerde
lijn zichtbaar. Deze lijn geeft de juiste positie van
de ooglens weer voor personen met normaal zicht
en voor brillendragers voor het microscoperen
met bril.
Leica MacroFluo – Bediening
Om ooginfecties te voorkomen, raden wij
Wanneer u aan de ooglens draait, dan
21