5. Inspectie en onderhoud
5.1
De correcte werking van het
ventilatiesysteem
De correcte werking van het systeem, het rendement en de
levensduur kunnen alleen worden gegarandeerd als het systeem
volgens de onderstaande voorschriften wordt geïnspecteerd en
onderhouden. Deze voorschriften zijn gebaseerd op normale
bedrijfsomstandigheden.
5.2 De collectoren inspecteren
Maximaal eenmaal per 4 maanden moet u de collectoren van uw
PureBlue vervangen om de unieke werking van dit systeem te
behouden. Gebruik hiervoor altijd de DCW(i) collectoren en niet de
standaard DCW filters.
Afhankelijk van uw ventilatiebehoeften en de vervuiling in uw
omgeving is het nodig eens in de 4 maanden of minder vaak uw
collectoren te vervangen. U kunt zelf visueel controleren of uw
collectoren al verzadigd zijn door de kleur te bekijken. Al na een
week gebruik zult u zien dat de toevoerkant van uw collector
verkleurd. Als de andere kant van uw collector ook begint te
verkleuren is het verstandig om uw collector te vervangen. Let
op dat u de collector op dezelfde wijze terug plaatst na de visuele
controle, anders zullen beide kanten vervuilen en kunt u niet meer
controleren hoe ver de collector vervuild is.
5.3 Controle ionisatiestroom
Eenmaal per jaar dient gecontroleerd te worden of het apparaat
nog correct werkt. Dit doet men door het voltage op de HV Stroom
Meetpunten met een voltmeter te meten. Bij normaal gebruik kan
deze stroom jaarlijks lager worden.
a. Verifieer dat de DCW(i) aan het ventileren is en de PureBlue
aanstaat (aan/uit knop op de HV box licht groen op).
b. Stel de multimeter in voor een voltagemeting en verbind de
correcte polen van de multimeter met de twee HV stroommeet-
punten aan de zijkant van de elektrabox. De polariteit is hierbij
niet van belang
c. Als het apparaat ingeschakeld is moet het gemeten voltage zich
tussen de 100 en 250 mV (of -100 en -250 mV, afhankelijk van de
polariteit) bevinden. Indien het voltage hiervan afwijkt, zie sectie
5, storingswijzer.
|
18
Legenda
1
HV stroom meetpunten
2
Aan/uit knop
3
HV aansluiting
4
Zekeringen
5
Voedingsstekker
Wanneer de afgemeten stroom lager dan 100 mV meet, dan moet
zeer waarschijnlijk de binnenkant van de ionisatiebuis gereinigd
worden. Dit kan geverifieerd worden door de binnenkant van de
ionisatiebuis te inspecteren op stofopbouw, verwijder hiervoor
nooit de beschermgrids. Reiniging van de ionisatiebuis mag
alleen verricht worden door gekwalificeerd personeel volgens de
instructies zoals te verkrijgen bij Itho Daalderop. Interne reiniging
op enige andere wijze kan leiden tot beschadiging van de
ionisatiebuis en/of zwaar lichamelijk letsel.
5.4 Vervangen zekeringen Elektrabox
Indien u volgens de de storingswijzer de zekeringen moet vervangen
kunt u deze stappen volgen. Zie afbeelding elektrabox.
1. Zorg dat u geschikte vervangingszekeringen bij de hand heeft
met de volgende specificaties:
2. T250/1A 5x20 mm trage glaszekering
3. Belangrijk! Schakel de elektrabox uit en ontkoppel de voedings-
stekker. De HV stekker mag blijven zitten.
4. Gebruik een platte schroevendraaier of munt om één voor één
de zekeringhouders in een halve slag los te draaien terwijl u
druk uitoefend.
5. Neem de zekeringenhouders uit de schakelaar en verwijder de
oude zekeringen en vervang deze met nieuwe.
6. Plaats de gevulde zekeringhouders terug door weer te duwen en
draaien met een schroevendraaier of munt.
7. Koppel de voedingskabel weer aan en schakel de elektrabox
weer aan.