Inhoudsopgave
Advertenties
3. Installatie
3.1
Installatie-eisen
Het PureBlue systeem moet geïnstalleerd worden in combinatie
met een nieuwe of reeds geïnstalleerde DCW(i) 800 volgens de
algemene en plaatselijk geldende veiligheids- en installatievoor-
schriften en de voorschriften in deze handleiding.
3.1.1 Ionisatiebuis
De PureBlue Ionisatiebuis moet in het toevoerkanaal van de inlaat-
zijde van de DCW(i) 800 geplaatst worden. De HV kabel moet door het
toevoerkanaal heen de DCW(i) in worden geleid en van daaruit weer
naar buiten worden gevoerd met de meegeleverde, deelbare wartel.
De PureBlue Ionisatiebuis mag niet in de DCW(i) steken.
Muurdoorvoer installaties
De PureBlue Ionisatiebuis is geschikt voor de volgende muurdoor-
voer installaties
−
Een (spiro-)buis van intern 315 mm, maximaal 320 mm, is/wordt
in de buitenmuur geplaatst.
−
De ionisatiebuis moet minimaal over een lengte van 200 mm in
deze buis geschoven kunnen worden
−
Maak altijd gebruik van een ventilatierooster die inslagregen
beperkt. Bij > 800 m3/h moet daardoor gebruik worden
gemaakt van een muurrooster van 400 mm. Vervolgens kan een
verjonging naar een 315 mm kanaal gemaakt worden.
Als uw muurdoorvoer voldoet aan deze voorwaarden zult u zonder
problemen de PureBlue Ionisatiebuis kunnen installeren. Zo niet,
neem dan contact op met Itho Daalderop.
Dakdoorvoer installaties
De PureBlue Ionisatiebuis is geschikt voor dakdoorvoer installaties
met de Itho Daalderop Dakkappen (DK-DCW800).
Indien u andere dakkappen in gebruik heeft of gaat nemen moet de
toevoerbuis aan de volgende eisen voldoen.
−
De interne diameter van de toevoerbuis moet tussen de 318 en
340 mm liggen.
−
De ionisatiebuis moet minimaal over een lengte van 600 mm in
deze buis geschoven kunnen worden
−
De dakkap moet op de doorvoer passen na het plaatsen van de
PureBlue Ionisatiebuis met montageflens. Deze heeft een flens
van 350 mm.
Als uw dakkap voldoet aan deze voorwaarden zult u zonder
problemen de PureBlue Ionisatiebuis kunnen installeren. Zo niet,
neem dan contact op met Itho Daalderop.
|
10
3.1.2 Elektrabox
De PureBlue elektrabox moet stevig worden verankerd aan het
gebouw of aan de DCW(i) unit als beschreven in de handleiding.
Daarnaast moet de elektrabox op de in deze handleiding voorge-
schreven wijze worden verbonden met de HV kabel van de PureBlue
Ionisatiebuis.
3.2 Controle van de levering
Door de unit eerst te controleren worden eventuele storingen reeds
vóór montage ontdekt. Hierdoor kan de unit zonder extra werk
eenvoudig worden geruild.
−
Voordat de verpakking wordt verwijderd, dienen de naamplaat-
gegevens en de juistheid van het type, zoals vermeld op de
sticker op de buitenzijde van de doos, te worden gecontroleerd.
−
Neem de PureBlue Ionisatiebuis unit voorzichtig uit de doos.
Deze kunt u het beste neerzetten op de kant zonder kabel.
Zet deze nooit op de rode HV kabel en voorkom ten alle tijden
beschadigingen van de HV kabel
−
Controleer of alle accessoires omschreven in hoofdstuk 2.2
'Omschrijving van de onderdelen' aanwezig zijn.
−
Controleer op beschadigingen van alle onderdelen. Let hierbij
in het bijzonder op de rode HV kabel. Een product met bescha-
digde hoogspanningskabel mag nooit aangeschakeld worden.
Neem contact op met Itho Daalderop voor vervanging van de
HV kabel.
−
Controleer zonder de beschermgrids te verwijderen, of de
ionisatie as (de metalen as met messing schijfjes) en ronde
rode isolator zich in het midden van de PureBlue Ionisatiebuis
bevinden. Het is verstandig dit nogmaals te controleren na
plaatsing van de Ionisatiebuis. Indien dit niet het geval is, niet de
ionisatiebuis openen maar contact opnemen met Itho Daalderop
voor vervanging van de ionisatiebuis.
3.3 Benodigde montageonderdelen
−
DCW(i) handleiding
−
DCW(i) sleutel
−
Boormachine
−
Schroevendraaier of schroefmachine met schroefbitjes.
−
Boor 20 mm
−
Stanleymes
−
Ladder
−
Handschoenen
−
Indien de elektrabox tegen een muur opgehangen wordt:
muurbeslag voor het bevestigen van de elektrabox op 4 punten.
−
Voltagemeter
Advertenties
Inhoudsopgave
