Het doorsmeren
vtrn de wqgen is een punt, dct
grote candccht
en
grote zorg
verdient.
Drccgt men
dit werk op ccn
derden,
dqn
moet men zorgen
de hierbii
9è-
voegde
smeertcbel
en het
smeerschemc,
voor
zover nodig cangevuld
met
de in de
desbetreffende
handleiding
qqngegeven
canwiizingen
aangacnde
smering
vcn de
motor,
te
hunner beschikkinq
te
stellen.
Wordt in
eigenr
bedriif het
doorsmeren
opgedrcgen
ccn
een hulpkrccht,
dcn
moet men
hier-
voor een
conscientieuze
werker
kiezen,
die
zeet
ncruwkeurig
geinstrueerd
wordt,
dqqr
zowel het
niet of
onvoldoende smeren
yqn
sommige smeerpunten
cls
het te overvloedig
smeren
vqn
qndere
zeer
ernstige gevolgen hqn
hebben.
Wil
men het
doorsmeren
in
eigen beheer
lcten
uitvoeren,
dqn
moet
men
zotg
drcgen,
dat
men over
de
hiervoor
noodzckeliike hulpmiddelen beschikt
en
slechts smeermiddelen
vcn de
beste
kwaliteit en vcn de
voorgeschreven
dikte
gebruikt.
Ncuwkeurige qcnwiizing
vqn de
smeerpunten
vindt U op het hierbii
cfEe-
beelde
smeerschemq.
RAADPTEEGT
VOORAT
VOOR DE
SMERING
VAN
DE
MOTOR
DE
HIER.
VOOR
BESCHIKBARE SPECIATE HANDTEIDING.
De
werkzaamheden
voor de
verschillende smeerperioden
ziin
acngegeyen
in
onderstcqnde
tobel
(racdpleegt
voor
dageliiks
te
verrichten
werkzcrqm-
heden
de
Hcrndleiding betreffende
de
motor):
Iedere
2000 km.
l.
Fusees.
2.
Stuurkogels.
3.
Hcndremcsie.
4.
Handremlrabel.
5.
Pedcralas.
6.
Reservebqndenlier.
8.
Versnellingsbcrk (controleren
en
biivullen).
9.
Achtercrs (controleren
en
biivullen).
10.
Kruishoppeling.
I
l.
Schuifkoppeling.
12.
Tussenlcger.
13.
Veren.
20.
Koppeling
druklcrger.
26.
Hoofdremcylinder.
28.
Overbrenging
versnellingshefboom.
Iedere
10.000
km
19.
Stuurhuis.
24.
Versnellingshefboom
kogelschcrnier.
25.
Luchtfilter
rembekrcchtiger.
27.
Snelheidsmeterhabel.
15