droogloopschakelaar activeren om een droogloopsituatie te
simuleren. Hetzelfde kan worden gedaan met een
drukniveausensor.
4. Productintroductie
4.1 Productbeschrijving
De niveauregelaar schakelt de pomp in en uit op basis van het
vloeistofniveau dat door vlotterschakelaars of een druksensor wordt
gemeten. Wanneer het inschakelniveau is bereikt, wordt de pomp
ingeschakeld, en wanneer het vloeistofniveau is verlaagd tot aan
het uitschakelniveau, wordt de pomp uitgeschakeld door de
regelaar. Er verschijnt een alarmmelding bij hoogwaterniveau in de
tank, sensorstoring enz.
Basisinstellingen worden geconfigureerd via het bdieningspaneel
en geavanceerde instellingen worden geconfigureerd met Grundfos
GO Remote. Bovendien kunt u belangrijke bedrijfsparameters
uitlezen met Grundfos GO Remote.
4.2 Beoogd gebruik
Het product is ontworpen voor het regelen van een of twee
pompen.
Het product kan voor twee doelen worden geconfigureerd: het
leegmaken van een afvalwaterput of het vullen van een put of tank.
Het product kan worden gebruikt voor netwerkpompstations,
hoofdpompstations, commerciële gebouwen en gemeentelijke
systemen.
Volg de lokale voorschriften als het product wordt gebruikt in een
omgeving met explosiegevaar. Maak, indien vereist, gebruik van
extra apparatuur.
Het product mag niet worden blootgesteld aan agressieve
oplossmiddelen of oliehoudende vloeistoffen.
4.3 Kenmerken
De regelaar biedt onder andere de volgende functies:
•
handmatige en automatische regeling van de pomp
•
Bluetooth-koppeling met Grundfos GO Remote
•
bedrijfsindicatie, zoals voeding ingeschakeld en pomp actief
•
alarm- en waarschuwingsindicatie, zoals ontbrekende
voedingsfase en hoog waterniveau
•
bescherming tegen motor- en fasestoringen
•
instelling van uitschakelvertragingen die overeenkomen met de
daadwerkelijke bedrijfsomstandigheden.
4.4 Toepassingstypen
U kunt kiezen tussen twee toepassingstypen:
•
Aan het legen
•
Vullen.
U kunt het toepassingstype instellen met Grundfos GO Remote.
Aan het legen
318
Pos.
1
2
3
4
5
De pomp begint de tank of put leeg te maken wanneer Startniveau
P1 wordt bereikt.
De pomp wordt uitgeschakeld wanneer het vloeistofniveau wordt
verlaagd tot Stopniveau.
Als de instroom van vloeistof de capaciteit van de geïnstalleerde
pomp overschrijdt, begint het niveau in de tank of put te stijgen.
Uiteindelijk geeft de sensor voor Hoog niveau een hoog
vloeistofniveau in de tank of put aan. Indien ingesteld, kan het
signaal van de sensor voor Hoog niveau worden gebruikt om een
uitgangsrelais te activeren dat vervolgens kan worden gebruikt om
een visueel of akoestisch alarm af te geven of een signaal te
verzenden naar een SCADA-systeem.
Als de pomp werkten het vloeistofniveau in de tank of put tot onder
het droogloopniveau daalt, wordt de pomp uitgeschakeld door de
droogloopbeveiliging om ervoor te zorgen dat de pomp niet
mechanisch beschadigd raakt.
Vullen
Pos.
1
2
3
4
5
In de vultoepassing wordt de pomp geïnstalleerd in een tank of put
waar de vloeistof uit kan worden gepompt. De vloeistof wordt in een
tweede tank gepompt waarin de niveausensoren zijn geïnstalleerd.
De pomp begint de tweede tank te vullen wanneer Startniveau P1
wordt bereikt.
De pomp wordt uitgeschakeld wanneer het vloeistofniveau
Stopniveau bereikt.
Als de pomp om welke reden dan ook niet wordt uitgeschakeld bij
Stopniveau en het vloeistofniveau blijft stijgen, geeft de sensor
voor Hoog niveau dit uiteindelijk aan. Indien ingesteld, kan het
1
signaal van de sensor voor Hoog niveau worden gebruikt om een
relaisuitgang te activeren die vervolgens kan worden gebruikt om
een visueel of akoestisch alarm af te geven of een signaal te
2
verzenden naar een SCADA-systeem via een communicatie-
interface.
3
4
Als de pomp werkt en het vloeistofniveau in de tank daalt tot onder
5
het droogloopniveau, schakelt de droogloopbeveiliging de pomp uit
om ervoor te zorgen dat deze niet beschadigd raakt.
Gerelateerde informatie
6.1 Instelling van het toepassingstype met Grundfos GO Remote
6.15.1 Automatisch bedrijf
Beschrijving
Hoog niveau
Niet in gebruik
Startniveau P1: inschakelniveau van pomp 1
Stopniveau
Droogloopniveau
Beschrijving
Hoog niveau
Stopniveau
Startniveau P1: inschakelniveau van pomp 1
Niet in gebruik
Droogloopniveau
1
2
3
4
5