Centrifugebodem naar onderen trekken en centrifugedeksel van de centrifuge loshalen (centrifuge
3
inloopafdichting niet verwijderen!)
4
Centrifuge naar buiten zwenken.
Centrifugeflens-kap (1) eraf trekken.
De 4 bevestigingsschroeven op de centrifugeflens (2) losdraaien en de flens eruit halen.
Beide centrifuge-binnendelen (3) naar boven toe eruit nemen.
Binnenste en buitenste centrifugekamer van elkaar scheiden.
5
Elke centrifugekamer afzonderlijk tegen een lichtbron houden en optisch op vervuiling controleren;
specifiek erop letten dat de overdrachtsopeningen op de bodem van kamers vrij zijn.
Centrifugekamers, die sterke verontreinigingen, afzettingen of verzamelingen van vaste stoffen
vertonen, moeten worden vervangen!
Eventueel moet de volledige centrifuge worden vervangen.
De centrifuge in omgekeerde volgorde weer samenbouwen (afstelpen- en boring van de
6
centrifugekamers in acht nemen!)
7
Normale bedrijfscontrole uitvoeren
7.2.6.
Vervanging Module 2
Nieuwe Module 2 (zonder verzamelreservoir) klaarzetten.
1
Vergrendelingsbeugel op Module 2 naar boven kiepen, eruit halen en op een effen, slipvaste ondergrond plaatsen.
2
De 4 gele clipsluitingen op Module 2 openen.
3
Verzamelreservoir vasthouden en bovendeel eraf tillen.
4
Nieuwe Module 2 (zonder verzamelreservoir) op het verzamelreservoir klaarzetten.
5
Op de markering VOOR op het verzamelreservoir letten!
De 4 gele clipsluitingen op Module 2 sluiten.
6
De afdichtringen links en rechts in het houderelement met een vochtige papieren doek reinigen en met multfunctioneel siliconevet (of vaseline) invetten.
7
Module 2 voorzichtig weer in de houder schuiven en de vergrendelingsbeugel sluiten.
7.2.7.
Vervanging Module 3
Zie 7.2.5,1. Optische controle van de centrifuge.
7.2.8.
Vervanging magneetklep
Vergrendelingsbeugel op Module 2 naar boven kiepen, eruit halen en op een effen, slipvaste ondergrond plaatsen.
1
Verzorging en onderhoud
1
2
3
zie 7.2.3. Normale bedrijfscontrole
|
NL
27