BEDIENINGSINSTRUCTIES
De motor starten
(basisprocedure)
WAARSCHUWING
Voer altijd de controle voor het
vertrek uit volgens de beschrij-
ving in de VEILIGHEIDSINFOR-
MATIE alvorens het voertuig te
gebruiken. Controleer voor u
vertrekt altijd of alle belangrijke
bedieningselementen,
heidsvoorzieningen en mecha-
nische onderdelen goed wer-
ken.
De schakelhendel moet in NEU-
TRAAL staan.
Steek de sleutel in het contactslot
en draai deze naar de AAN-stand.
TYPISCH
SCHAKEL NAAR STAND ON
1. Contactsleutel
Zet de motorstopschakelaar op
RUN.
84
veilig-
1. Motorstopschakelaar
2. STOP-stand
3. RUN-stand (rijden)
Raadpleeg het gedeelte DE CHOKE
GEBRUIKEN OM DE MOTOR TE
STARTEN
Houd de linkerremhendel inge-
drukt.
Druk op de motorstartknop en houd
hem ingedrukt tot de motor start.
1. Motorstartknop
OPMERKING
niet langer dan 10 seconden inge-
drukt. Laat een rustperiode tus-
sen twee startpogingen zodat de
starter kan afkoelen. Let op dat u
de accu niet ontlaadt.
Houd de startknop