1. Schroeven voor aanpassing op kabels
Druk de remhendel in.
Pas de kabellink aan zodat deze
parallel staat op de kabelsteun.
Draai de schroeven voor aanpas-
sing op de kabel (niet op de hendel)
aan zoals nodig.
1. Kabellink
2. Kabelsteun
Pas de speling van de kabel aan
door middel van de schroeven voor
aanpassing op de hendel.
AFREGELING REMKABEL
SPELING
A. 10 mm naar 12 mm
Draai alle sloten voor aanpassing
van schroeven aan.
10 mm naar 12 mm
ONDERHOUDSPROCEDURES
Afregeling achterremhendel
Zet het voertuig op een gelijkmatig
oppervlak.
Blokkeer de voorwielen.
Zet de transmissie in neutraal.
Breng de achterkant van het voer-
tuig omhoog, tot de achterwielen
van de grond komen. Ondersteun
het voertuig goed.
Draai de achterwielen met de hand
en draai de moer van de remkabel-
regelaar vast tot u een lichte, maar
duidelijke, afremming voelt.
1. Regelaar remkabel
Knijp de achterremhendel een paar
keer volledig in en controleer of de
afremming nog steeds aanwezig
en licht is. Stel de remkabel bij tot
de afremming stabiel blijft.
Controleer of de remhendel goed
werkt en in de oorspronkelijke
stand terugkomt.
Zet het voertuig op de grond.
115