Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Inleiding; Gebruiksbestemming; Gebruiksomgeving; Gebruiksbeperkingen - MIR SMART ONE Gebruikershandleiding

Inhoudsopgave

Advertenties

1. INLEIDING

1.1

Gebruiksbestemming

SMART ONE is bedoeld voor huishoudelijk gebruik door patiënten om de PEF (expiratoire
piekstroom) en de FEV1 (geforceerde uitademingsvolume in een seconde) te controleren. Het
apparaat is ontworpen voor personen in pediatrische leeftijd en volwassenen.
SMART ONE is geïndiceerd voor de controle van astma, BPCO en andere ademhalingsziekten.
1.1.1

Gebruiksomgeving

SMART ONE is ontworpen om in een huishoudelijke omgeving gebruikt te worden.
1.1.2

Gebruiksbeperkingen

De analyse van alleen de testresultaten is niet voldoende om een diagnose te stellen van de klinische
conditie van een persoon zonder een medisch onderzoek dat rekening houdt met de noodzakelijke
klinische geschiedenis en eventuele andere tests die door de arts worden aanbevolen.
Diagnose en passende behandelingen moeten aan de arts worden toevertrouwd.
Het apparaat is bedoeld voor gebruik door slechts één persoon. Als meerdere personen het
apparaat willen gebruiken, mogen de metingen verricht door een gebruiker niet toegewezen
worden aan een andere gebruiker. Als een andere persoon van plan is om het apparaat
permanent te gebruiken, moeten de gegevens van de vorige gebruiker uit het geheugen
worden gewist en moeten de gegevens (geboortedatum, oorsprong, gewicht, lengte, geslacht)
van de nieuwe gebruiker worden ingevoerd.
Indien iemand het apparaat wil gebruiken dat reeds door een andere persoon is gebruikt, is het
raadzaam om het mondstuk en de turbine te ontsmetten zoals beschreven in het hoofdstuk
Onderhoud.
Rev.2.0
Smart One
Gebruikershandleiding
Pagina 4 van 22

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave