Verlichting van de binnenruimte
Bij de meeste verwarmingsmethoden en functies is de
verlichting van de binnenruimte aan als het programma
loopt. Wordt de werking met de functieschakelaar
beëindigd, dan gaat de verlichting uit.
Met de stand Verlichting van de binnenruimte, kunt u de
lamp met de functiekeuzeknop, inschakelen zonder dat
de oven opwarmt. Dit helpt u bijv. bij de reiniging van
het apparaat.
Koelventilator
De koelventilator wordt zo nodig in- en uitgeschakeld.
De warme lucht ontsnapt via de deur.
Attentie!
De ventilatiesleuven niet afdekken. Dan raakt het
apparaat oververhit.
De koelventilator loopt een bepaalde tijd na, zodat de
binnenruimte na gebruik sneller afkoelt.
_Toebehoren
B ij uw apparaat horen verschillende toebehoren. Hier is
T o e b e h o r e n
krijgt u een overzicht over de meegeleverde toebehoren
en de manier waarop ze worden gebruikt.
Accessoires
De meegeleverde accessoires kunnen variëren,
afhankelijk van het type apparaat.
--------
Gebruik alleen originele toebehoren. Deze zijn speciaal
op uw apparaat afgestemd.
Toebehoren kunt u nabestellen bij de servicedienst, in
de vakhandel of via het internet.
Wanneer de toebehoren heet worden,
Aanwijzing:
kunnen ze vervormen. Dit heeft geen invloed op de
werking. De vervorming verdwijnt weer nadat ze zijn
afgekoeld.
Rooster
Voor servies, gebak- en ovenschalen.
Voor braad- en grillstukken en diepvries-
gerechten.
Braadslede
Voor vochtig gebak, taarten, diepvries-
gerechten en grote braadstukken.
Hij kan ook worden gebruikt om het vet
op te vangen, als u direct op het rooster
grilt.
Accessoires inschuiven
De binnenruimte heeft 5 inschuifhoogtes. De
inschuifhoogtes worden van beneden naar boven
geteld.
In de binnenruimte is de bovenste inschuifhoogte bij
veel apparaten voorzien van een grillsymbool.
5
4
3
2
1
De accessoires altijd inschuiven tussen de beide
geleidestangen van een inschuifhoogte.
De accessoires kunnen tot ongeveer halverwege naar
buiten worden getrokken zonder dat ze kantelen.
Aanwijzingen
Let erop dat u de accessoires altijd op de juiste
■
manier in de binnenruimte plaatst.
Schuif de accessoires altijd volledig in de
■
binnenruimte, zodat ze de apparaatdeur niet raken.
Neem de accessoires die u niet nodig hebt uit de
■
binnenruimte.
Vergrendelingsfunctie
De toebehoren kunnen tot ongeveer halverwege naar
buiten worden getrokken, tot ze inklikken. De
vergrendelingsfunctie voorkomt dat de toebehoren
kantelen wanneer ze worden verwijderd. De toebehoren
dienen op de juiste wijze in de binnenruimte te worden
geschoven, zodat de kantelbeveiliging goed werkt.
Let er bij het inschuiven van het rooster op dat de
ontgrendelnok
zich aan de achterkant bevindt en
‚
naar beneden wijst. De open kant moet naar de
apparaatdeur en de kromming naar beneden
wijzen.
Let er bij het inschuiven van platen op dat de
ontgrendelnok
zich aan de achterkant bevindt en
‚
naar beneden wijst. De schuine kant van de toebehoren
moet van voren naar de apparaatdeur wijzen.
ƒ
Toebehoren
nl
¾
9