Spotmeting
Meetwaarde
volgorde instellen
1. Meting starten:
> Meetduur voortijdig beëindigen:
-
2. Meetresultaat opslaan: [OK].
Opties
>
[Opties]
het verleden wordt weergegeven in een lijnendiagram
(zoomfunctie beschikbaar [▲], [▼]).
>
[Opties]
(max. 4) kunnen getoond (
>
[Opties]
per displaypagina wijzigen.
>
[Opties]
analoge weergave getoond.
>
[Opties]
een meting niet beschikbaar): het menu Meetwaardeweergave
wordt geopend. Er kunnen maximaal 8 meetgrootheden
geselecteerd worden.
>
[Opties]
tijdens een meting niet beschikbaar): De volgorde van de
meetwaardenweergave kan worden gewijzigd.
>
[Opties]
worden gearchiveerd.
6.2.8.2.
Programma´s 2-5
Vier meetprogramma's voor verschillende meettypen kunnen
geconfigureerd en geactiveerd worden. De meetprogramma's
dienen voor het opslaan en weergeven van meetprocessen.
Meetwaarden van een meetprogramma worden na einde van het
meten automatisch opgeslagen in een protocol.
1. [Wijzigen].
2. Programmanaam wijzigen: →
[▲],
3. Wijzigingen opslaan:
1. Programma kiezen: [▲],
2.
Meetwaarde volgorde instellen
[▼]
3. Meetgrootheid kiezen: [▲],
(ingeschakeld),
4. Wijzigingen opslaan:
[
Meting wordt geannuleerd.
→
Grafiek
tonen: Een deel van de meetwaarden uit
→
Grafiek
instellen: De weer te geven grootheden
→
Aantal
regels: Aantal weergegeven meetwaarden
→ Manometer: De meetwaarden worden in een
→
Meetwaarde volgorde
→
Meetwaardenweergave
→ Opmerking: Er kan klantspecifieke informatie
[▼]
en gedeeltelijk [◄],
[Gereed]
→ [Wijzigen].
[
]
(uitgeschakeld)
[Gereed]
].
[
) of onderdrukt (
instellen: (functie is tijdens
sorteren: (functie is
6 Product gebruiken
[Wijzigen]
→ [OK].
[►]
→ [Wijzigen].
[▼]
kiezen:
→
[▼]
[
]
]
) worden.
63
→