Indien het dialoogvenster voor apparaatinstelling verschijnt nadat u
Voltooien heeft gekozen, kunt u de instellingen specificeren voor
onderdelen zoals optionele functies die in het afdruksysteem zijn
geïnstalleerd. U kunt ook de apparaatinstellingen specificeren nadat u de
installatie heeft verlaten. Zie voor meer informatie Apparaatinstellingen in
de printerdriver gebruikershandleiding op de cd-rom.
Hiermee is de installatieprocedure van de printerdriver voltooid. Volg
de instructies op het scherm om het systeem opnieuw op te starten,
indien nodig.
Aansluiten en afdrukken
3-15