Problemen oplossen > Instellen/Onderhoud
2
3
BELANGRIJK
• Plaats het papier met de te bedrukken zijde naar boven.
• Als u nieuw papier uit de verpakking haalt, waaier het papier dan eerst los voor u
het in de cassette plaatst.
Papier in cassette 1 plaatsen (pagina 3-4)
• Controleer voor het plaatsen van het papier of het niet gekruld of gevouwen is.
Gekruld of gevouwen papier kan papierstoringen veroorzaken.
• Zorg dat het papier niet boven de niveauaanduiding uitkomt (zie bovenstaande
afbeelding).
• Als papier is geplaatst zonder de lengte-en breedtegeleiders te hebben versteld,
dan kan het papier scheef of vast komen te zitten.
Roep het scherm op.
[Systeemmenu/Tellers] toets > [Instellen/onderhoud] > "Kleurregistratie" [Volgende] >
"Normaal" [Volgende]
Druk de grafiek af.
Selecteer "Grafiek" [Print].
Er wordt een registratieafdruk gemaakt. Op de grafiek wordt voor elke M (magenta), C (cyaan)
en Y (geel) 3 grafiektypes afgedrukt op één blad: H-L (links), V (verticaal), H-R (rechts).
Voorbeeld grafiek
7-34