6
INSTALLATIE - BEDRADING 2
In sommige gevallen zijn de interfacekaart of de relais in de hostmachine niet gedeeld.
Bijvoorbeeld: Het zachtere relais op sommige machines is niet via een gedeelde draad
gekoppeld aan de andere relais.
Als dit het geval is, dient het signaal geïsoleerd te worden van de gedeelde B-rail op de kaart.
Dit wordt gedaan door de juiste schakelaar (S1 en S2 naar geïsoleerd te schakelen, dat wil
zeggen naar beneden gerichte positie). Schakel bij twijfel de juiste schakelaar voor iedere
inkomende signaalbron om.
HET NIET SCHAKELEN VAN DE JUISTE SCHAKELAAR LEIDT TOT EEN DEFECT VAN DE
EENHEID.
PROBEER DE SCHAKELAARS NIET TE SCHAKELEN ALS DE STROOM IS
INGESCHAKELD.
RP1, RP2, RP3 & RP4
Verwijderen om signalen toe te staan onder 90 volt AC of DC
L N
L N
Stroomvoorziening
100-240v (AC) 50/60 Hz
Vanaf een punt dat geïsoleerd
is indien de hostmachine
uitgeschakeld is
Signaalinvoer 90v - 240v AC of DC
B-rail
(Negatief)
Met de schakelaars in
een rechtopstaande
positie kan een
gedeeld (neutraal/nega-
tief) invoersignaal naar
de B-rail geleid worden.
Revisie 1.0
05/2022
B1051NL
(min 12V)
GEDEELD
GEÏSOLEERD
B-RAIL
A-RAIL
A-rail
(Positief)
Het positieve signaal
(onder stroom) van ie-
dere invoer dient naar
de relevante aanslui-
ting op de A-rail geleid
te worden.
GEDEELD
GEÏSOLEERD
Voorbeeld
INVOER 1 - Voorwas
INVOER 2 - Hoofdwas
INVOER 3 - Spoelen
Aanbevolen bedrading
Max. afmeting = 1,5mm
Max. afmeting = 0,5mm
Stroom = 0,5A
Veiligheidswaarschuwing
Als er laagspanningssignalen gebruikt worden, moeten
signaaldraden naar de A- en B-rails gerouteerd worden
in een afzonderlijke kabel vanaf de netvoeding naar de
eenheid.
Er dienen draden van de juiste klasse gebruikt te
worden.
S1 & S2
Schakel naar gedeelde sig-
nalen op de B-rail
GEDEELD
GEÏSOLEERD
AFS
AFS
2
2