Systeemcomponenten
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
36
Brandt groen als er een geldige communicatie met de veldbusspecifieke
Gateway plaatsvindt.
Foutaanduiding
Brandt bij een module- of kanaalfout.
Bedrijfsaanduiding
Brandt als de module onder spanning staat.
Gegevensoverdrachtaanduiding
Knippert als de module communiceert.
Power/State
Brandt als de module onder spanning staat.
LED's voor de toepassing zonder betekenis.
State
Brandt als er een juist geconfigureerde en ingeschakelde Dräger Gateway
Module is aangesloten.
Brandt niet als er geen Dräger Gateway Module is gevonden of als de confi-
guratie niet juist is.
Bus State (Modbus)
Brandt als een veldbus-client is aangesloten en actief communiceert.
Brandt niet als de veldbus-client meer dan 1 s niet actief communiceert.
Bus Power
Brandt als de module onder spanning staat.
Bus (PROFIBUS)
Deze led gaat uit in de toestand Gegevensuitwisseling.
State (PROFIBUS)
brandt groen: PROFIBUS in de toestand Gegevensuitwisseling
groen knipperend: Gateway wacht op PROFIBUS-configuratiegegevens
groen/rood knipperend: Gateway wacht op PROFIBUS-parametergegevens
brandt rood: algemene PROFIBUS-fout
Bus State (PROFINET)
Uit: de Gateway is nog ingeschakeld
brandt groen: verbinding met IO-controller voorhanden, gegevensuitwisse-
ling actief
groen knipperend: PROFINET geïnitialiseerd. Wachten op verbinding met
de IO-controller
rood knipperend: PROFINET knippertest
Link/Act. P1 (PROFINET)
Deze led brandt wanneer de Gateway aan Port 1 (X3 P1) zich op een wer-
kend netwerk bevind (er worden linkpulsen ontvangen) en flikkert bij net-
werkgegevensverkeer.
Link/Act. P2 (PROFINET)
Deze led brandt wanneer de Gateway aan Port 2 (X3 P2) zich op een wer-
kend netwerk bevind (er worden linkpulsen ontvangen) en flikkert bij net-
werkgegevensverkeer.
|
Gebruiksaanwijzing
REGARD 7000