Tetra 3
Installeren of vervangen van een i-module
Bij het vervangen van een i-module door een module van hetzelfde type, blijft de
specifieke instrumentconfiguratie behouden. Bij het vervangen door een verschillende
i-module, wordt de standaardconfiguratie van de module geladen.
1. Verwijder al het verpakkingsmateriaal rond de i-module.
Indien u een nieuwe i-module installeert in een slot dat tot nog toe niet in
gebruik was, dient u eerst de dummy i-module te verwijderen. Volg
hiervoor de instructies voor het verwijderen van een i-module.
2. Zorg dat de pakking correct zit in de sensor. Plaats de nieuwe sensor in de
vrije ruimte en duw deze voorzichtig naar beneden.
3. Sluit de lintkabelconnector aan door de twee blokkeerpallen naar elkaar
toe te duwen op de moduleprintplaat en ze wat uit te trekken. Schuif de
lintkabel in de gleuf. Trek de blokkeerpallen terug naar de sensor,
waardoor de lintkabel stevig komt vast te zitten.
4. Bij gebruik van een dubbele sensor, dient u deze altijd in de gleuf te
plaatsen die het dichtst bij de display is.
Waarschuwing
De aansluitlintkabels mogen niet verdraaid zijn.
Trek de i-modules niet te ver uit de PCB-printplaat, om beschadiging te
vermijden aan de bekabeling of de elektrische aansluitingen.
Terug in elkaar steken van de Tetra 3 unit
1.
Zorg dat alle i-modules correct op hun plaats zitten en dat alle lintkabels
netjes zijn opgeborgen tussen de i-modules en de hoofdunit. Plaats de
batterij en de plastic houder terug op hun oorspronkelijke posities.
2. Schakel uw Tetra 3 unit in. De nieuwe sensor wordt automatisch
geïdentificeerd.
Controleer of de filters en de pakkingen in goede staat verkeren. Vervang alle
defecte componenten, indien nodig.
Raadpleeg de instructies voor foutopsporing en –verhelping indien nodig.
i-module vervanging
23