Tabblad of gebied
Tabblad Systeem
Hiermee kunt u de printer vanaf uw
computer configureren.
Tabblad Afdrukken
Hiermee kunt u
standaardafdrukinstellingen wijzigen
vanaf uw computer.
Tabblad Fax
(Alleen faxprinters)
98
Hoofdstuk 8 Het apparaat beheren
Omschrijving
Apparaatgegevens: Biedt basisinformatie over de printer en het bedrijf.
●
Papierinstellingen: Hiermee wijzigt u de standaardpapierverwerkingsinstellingen van de
●
printer.
Afdrukkwaliteit: Hiermee wijzigt u de standaardinstellingen voor de afdrukkwaliteit van de
●
printer.
Energie-instellingen: Hiermee wijzigt u de standaardtijden voor het activeren van de
●
sluimermodus of automatisch uitschakelen.
Taakopslag instellen: Gebruik de volgende taakopslaginstellingen voor de printer.
●
Afdrukdichtheid: Hiermee kunt u de afdrukdichtheid van contrasten, accenten, middentinten
●
en schaduwen wijzigen.
Papiersoorten: Hiermee kunt u afdrukmodi configureren die overeenkomen met de door de
●
printer geaccepteerde papiersoorten.
Systeeminstellingen: Hiermee wijzigt u de standaardsysteeminstellingen van de printer.
●
Instellingen benodigdheden: Wijzig de instellingen voor waarschuwingen Cartridge bijna
●
leeg en overige informatie voor benodigdheden.
Service: Hiermee voert u de schoonmaakprocedure van de printer uit.
●
Opslaan en herstellen: Hier kunt u de huidige instellingen voor de printer opslaan in een
●
bestand op de computer. Gebruik dit bestand om dezelfde instellingen in een andere printer
te laden of de instellingen op een later tijdstip te herstellen op deze printer.
Beheer: Hiermee kunt u het wachtwoord van de printer instellen of wijzigen. Schakel
●
printerfuncties in of uit.
OPMERKING:
Het tabblad Systeem kan met een wachtwoord worden beveiligd. Als dit printer op
een netwerk is aangesloten, moet u eerst contact opnemen met de systeembeheerder voordat u
de instellingen op dit tabblad wijzigt.
Afdrukken: Hier kunt u de standaardafdrukinstellingen van de printer wijzigen, zoals het
●
aantal exemplaren en de afdrukstand. Deze opties zijn tevens beschikbaar op het
bedieningspaneel.
PCL5c: Hier kunt u de PCL5c-instellingen weergeven en wijzigen.
●
PostScript: De functie Print PS-fouten in- of uitschakelen.
●
Ontvangstopties: Hiermee regelt u hoe de printer omgaat met binnenkomende faxen.
●
Telefoonboek: Hiermee kunt u nummers aan het telefoonboek voor de fax toevoegen of
●
verwijderen.
Lijst ongewenste faxen: Hiermee blokkeert u faxnummers die geen faxen naar de printer
●
mogen sturen.
Faxactiviteitenlog: Hiermee bekijkt u de recente faxactiviteiten van de printer.
●
NLWW