horende clients.
• Codering: Selecteer de codering (Geen, WEP64, WEP128, TKIP, AES).
• Wachtwoord netwerk: Voer de sleutelwaarde van het netwerkwachtwoord in.
• Netwerksleutel bevestigen: Bevestig de sleutelwaarde van het
netwerkwachtwoord.
• WEP-sleutelindex: Als u WEP-codering gebruikt, selecteert u de juiste
WEP-sleutelindex.
Als het toegangspunt is beveiligd, verschijnt het beveiligingsvenster voor het
draadloos netwerk.
Voer het netwerkwachtwoord van het toegangspunt (of de router) in.
10
Als de functie Wi-Fi Direct is uitgeschakeld op het apparaat, verschijnt het volgende scherm.
Klik op Volgende.
• De optie Wi-Fi Direct verschijnt alleen op het scherm als uw printer deze functie
ondersteunt.
• U kunt Wi-Fi Direct starten door gebruik te maken van het bedieningspaneel (zie
"Wi-Fi Direct installeren" op pagina 139).
• Naam Wi-Fi Direct: De standaard Wi-Fi Direct-naam is de modelnaam en is
maximaal 23 tekens lang.
• Wachtwoordinstelling is de numerieke reeks en tussen de 8 en 64 tekens lang.
11
Als het instellen van het draadloze netwerk is voltooid, verwijder dan de USB-kabel tussen
de computer en de printer. Klik op Volgende.
12
Selecteer de onderdelen die u wilt installeren.
13
Volg de instructies in het installatievenster.
Installatie van draadloos netwerk (optioneel) | 134