lidstaten:
EU-landen
Europese landen met gebruiksbeperkingen:
EU
EEA/EFTA-landen
Geen beperkingen op dit ogenblik.
Mededelingen aangaande normen
Draadloze geleiding
Mogelijk bevat uw printer radio-LAN-apparaten met een laag vermogen
(radiofrequentieapparaten voor draadloze communicatie) die werken in de 2,4 GHz-band. De
volgende sectie geeft een algemeen overzicht van beschouwingen die betrekking hebben op het
gebruik van een draadloos apparaat.
Bijkomende beperkingen, waarschuwingen en overwegingen voor specifieke landen zijn
opgenomen in de specifieke landensecties (of landengroepensecties). De draadloze apparaten in
uw systeem zijn uitsluitend gekwalificeerd voor gebruik in de landen die geïdentificeerd kunnen
worden aan de hand van de markering "Radio gekeurd" op het systeemclassificatielabel. Als het
land waar u het draadloos apparaat wilt gebruiken niet in de lijst is opgenomen, neemt u contact
op met het plaatselijke instantie voor radiogoedkeuring voor meer informatie over de vereisten.
Draadloze apparaten zijn streng gereguleerd en mogen niet worden gebruikt.
Het afgegeven vermogen van het draadloze apparaat of de draadloze apparaten die mogelijk in
uw printer zijn ingebouwd, ligt ruimschoots onder de tot dusver bekende
RF-blootstellingsgrenzen. Omdat de draadlozen apparaten (die mogelijk in uw printer zijn
ingebouwd) minder energie afgeven dan conform de veiligheidsnormen en aanbevelingen inzake
radiofrequentie is toegestaan, is de producent ervan overtuigd dat deze apparaten veilig zijn in
het gebruik. Ongeacht het vermogensniveau moet menselijk contact tijdens de normale werking
zoveel mogelijk worden vermeden.
De FCC heeft een algemene richtlijn uitgevaardigd waarin wordt aangegeven dat de afstand
tussen het draadloze apparaat en het lichaam, voor gebruik van een draadloos apparaat nabij het
lichaam (zonder uitstekende delen), minstens 20 cm moet bedragen. Dit apparaat moet op meer
dan 20 cm van het lichaam worden gehouden, wanneer de draadloze apparatuur is ingeschakeld
en bezig is met zenden.
Deze zender mag niet samen met een andere antenne of zender worden opgesteld of bediend.
Sommige omstandigheden leggen beperkingen op aan draadloze apparaten. Hieronder zijn
voorbeelden van gebruikelijke beperkingen opgenomen.
Draadloze RF-communicatie kan interferentie veroorzaken met apparatuur aan
boord van burgerluchtvaarttoestellen. De huidige luchtvaartreglementeringen
eisen dat draadloze toestellen aan boord van een vliegtuig worden uitgeschakeld
tijdens de vlucht. IEEE 802.11- (beter bekend als draadloos Ethernet) en
Bluetooth-communicatieapparaten zijn voorbeelden van draadloze
communicatieapparaten.
Informatie over wettelijke voorschriften | 119