I
Vooraleer de unit op zijn finale plaats te monteren wordt
geadviseerd de soepele waterbuizen en de koelmiddelbuizen op
de unit aan te sluiten (als toebehoren meegeleverd).
I
Neem alle accessoires uit de binnenunit.
I
Sluit de soepele buizen aan op de aansluiting van de binnenunit.
2
1
I
Monteer de hulpbuizen voor de koelmiddelleiding.
Verschillende hulpbuizen worden met de unit meegeleverd om
hetzij links of rechts aan te kunnen sluiten (raadpleeg
"4. Accessoires" op pagina
De koelmiddelleiding dient te worden hardgesoldeerd.
LET OP
Mededeling betreffende het hardsolderen
I
Blaas tijdens het solderen de leiding door met stikstof.
Door goed met stikstof te blazen wordt verhinderd dat
er zich grote hoeveelheden geoxideerde film vormen
langs de binnenzijde van de leidingen. Een oxidelaag
heeft een negatief effect op de kleppen en
compressoren in het koelsysteem en daarmee op een
probleemloze werking van het systeem.
I
De stikstofdruk dient met een drukregelaar te worden
ingesteld op 0,02 MPa (deze druk is net voldoende
om op de huid te voelen).
1
2
1 Koelmiddelleidingen
2 Te solderen deel
3 Kleefband
4 Handbediend ventiel
5 Drukregelaar
6 Stikstof
I
Gebruik geen antioxidanten tijdens het hardsolderen
van buiskoppelstukken.
Residuen kunnen buizen verstoppen en uitrustingen
breken.
I
Gebruik geen vloeimiddel wanneer u koper-op-koper
koelmiddelleidingen soldeert. Gebruik fosfor-koper-
soldeervulstof (BCuP) zodat er geen vloeimiddel
nodig is.
I
Vloeimiddel heeft een zeer schadelijke invloed op
koelmiddelleidingsystemen. Als u bijvoorbeeld vloei-
middel op chloorbasis gebruikt, dan gaan leidingen
corroderen. En als het vloeimiddel fluor bevat, dan zal
dat de koelmiddelolie aantasten.
Montagehandleiding
17
2
1
4).
3
4
6
6
INFORMATIE
De rugplaat wordt niet op de figuur getoond, maar deze
rugplaat dient niet verwijderd te worden om de unit te
monteren.
De leidingen vastmaken in geval van aansluiting links
De leidingen vastmaken in geval van aansluiting rechts
2 x
2 x
2 x
5
2 x
2 x
2 x
HXHD125AV1B + HXHD200AY1B
Binnenunit van het VRV IV-systeem
4P513552-3 – 2017.11