Let op
De oxymetermetingen kunnen beïnvloed worden door het gebruik van
elektrochirurgische apparatuur (ESU).
Dit apparaat mag niet gebruikt worden naast, of gestapeld met, andere apparatuur.
Als gestapeld of aangrenzend gebruik onvermijdelijk is, moet er extra goed op gelet
worden dat het apparaat naar behoren functioneert.
Om te voldoen aan de relevante productveiligheidsnormen moet u zich ervan
verzekeren dat alle alarmvolumes goed zijn ingesteld en in elke situatie hoorbaar
zijn. De luidsprekeropeningen niet afdekken of anderszins blokkeren.
De LifeSense mag uitsluitend door verzorgend medisch personeel of bevoegde
operators worden gebruikt.
Zet de LifeSense bij gebruik in een ambulance met de montagehardware vast.
Hang de LifeSense niet recht boven de patiënt. Als dit een gemonteerde monitor is,
moet u erop letten dat hij goed bevestigd is.
Volg de ter plaatse geldende regelgeving en voorschriften met betrekking tot
afvalmanagement voor het wegwerpen of recyclen van alle afvalmateriaal.
Schakel de monitor altijd uit voordat de pulsoxymetersensor wordt vervangen of de
vochtvanger wordt leeggemaakt/vervangen/teruggezet.
Draagbare en mobiele RF-communicatieapparatuur kan medische elektrische
apparatuur storen.
Deze apparatuur voldoet aan de vereisten van norm IEC 60601-1-2:2001 voor
elektromagnetische compatibiliteit van medische elektrische apparatuur en/of
systemen. Deze norm wordt geacht een redelijke mate van bescherming te bieden
tegen schadelijke storing in een typische medische installatie. Vanwege de grote
hoeveelheid zendapparatuur met hoogfrequente stroom en andere elektrische
storingsbronnen in medische en andere omgevingen kan een verhoogd niveau van
dit soort storing, als gevolg van de nabijheid of sterkte van de bron, de werking van
dit apparaat storen. Medische elektrische apparatuur vereist speciale
voorzorgsmaatregelen voor EMC; alle apparatuur moet geïnstalleerd en in gebruik
genomen worden volgens de in deze handleiding gespecificeerde EMC-informatie.
Cardiogroen en andere intravasculaire kleurstoffen kunnen de nauwkeurigheid van
de SpO2-meting beïnvloeden.
Fluctuerend of zeer fel licht, vocht, bloeddrukmanchetten, infuusslangen, veneuze
kloppingen, onvoldoende pulssignalen, anemie, arteriekatheters, nagellak en/of
kunstnagels kunnen de nauwkeurigheid van de Spo
De luidsprekeropening niet afdekken of anderszins blokkeren; dit kan het
geluidsvolume aanzienlijk verlagen.
De alarmparameters moeten één voor één en niet gelijktijdig gewijzigd of ingesteld
worden.
-meting negatief beïnvloeden.
2
5