Om te beginnen
Voorbereidingen
Voer een visuele inspectie van de monitor uit en let op eventuele zichtbare
tekenen van beschadiging. Controleer de PureLight® SpO2-sensor op
duidelijk waarneembare defecten. Indien de sensor en vochtvanger eerder
gebruikt zijn, moet u controleren of zij schoon zijn.
Sluit de pulsoxymetersensor aan op de poort aan de kant van de monitor
met het SpO2-symbool. Gebruik uitsluitend NONIN PureLight®
pulsoxymetersensoren. Deze sensoren zijn vervaardigd om te voldoen
aan de nauwkeurigheidsspecificaties van NONIN-pulsoxymeters. Gebruik
van sensoren van ander merk kan tot slechte werking van de
pulsoxymeter leiden. Zie het Overzicht van accessoires in hoofdstuk 6.
Vóór gebruik moet het filter worden vervangen en de vochtvanger weer op
zijn plaats op de achterkant van de monitor worden gezet. De
vochtvanger klikt in positie door hem stevig op zijn plaats te drukken. Om
hem te verwijderen trekt u aan het plastic lipje op de achterkant van
vochtvanger, zodat hij uit zijn positie klikt. Raadpleeg hoofdstuk 6 voor
instructies over de hantering en het onderhoud van de vochtvanger en het
filter.
Sluit de monsterslang aan op de aangrenzende connector aan de kant van
de monitor en zet hem vast door de luer lock-connector rechtsom te
draaien. Gebruik uitsluitend door MedAir aanbevolen monsterslangen. Zie
het Overzicht van accessoires in hoofdstuk 6.
De patiënt aansluiten
De patiënt aansluiten
Breng de pulsoxymetersensor bij de patiënt aan zoals in de vorige sectie
beschreven staat.
Maak de monsterslang op de patiënt vast zoals in de vorige sectie
beschreven staat.
23