Juni 2016
5.0 Verricht de configuratie
De basisconfiguratie kan eenvoudig worden verricht met de Rosemount Radar
Master, een veldcommunicator, de AMS
(Device Description, instrumentbeschrijving) of DTM compatibel hostsysteem.
Voor geavanceerde configuratiefuncties wordt de Rosemount Radar Master
(RRM) aanbevolen.
5.1 RRM
1. Start de RRM.
2. Maak verbinding met de gewenste transmitter.
3. Selecteer in het venster Guided Setup (begeleide installatie) de optie Run Wizard for
guided setup (wizard voor begeleide installatie uitvoeren) en volg de instructies.
4. Selecteer Configure Thresholds and False Echo Areas (drempelwaarden en gebieden
met storende echo configureren).
5. Selecteer Restart Device (herstart instrument).
6. Selecteer Verify level (controleer niveau).
7. Selecteer Archive Device (archiveer instrument).
8. Selecteer View live values from device (bekijk de actuele waarden van het instrument)
om de werking van de transmitter te controleren.
5.2 AMS Device Manager of veldcommunicator
Stap 1: Maak verbinding met het instrument
AMS Device Manager
1. Start AMS Device Manager.
2. Selecteer View (weergave) > Device Connection View (weergave
instrumentaansluiting).
3. Dubbelklik in de Device Connection View (weergave instrumentaansluiting) op het
modempictogram.
4. Dubbelklik op het instrumentpictogram.
™
-suite, DeltaV
™
of een ander, met DD
Snelstartgids
19