Februari 2019
3.6
Europa
I1 ATEX intrinsieke veiligheid
Certificaat:
Normen:
Markeringen: HART:
Speciale voorwaarden voor veilig gebruik (X):
1. Het apparaat kan de 500 V-isolatietest niet doorstaan die is vereist volgens bepaling 6.3.12
van EN60079-11:2012. Hiermee moet bij installatie van het apparaat rekening worden
gehouden.
2. De behuizing is mogelijk vervaardigd van een aluminiumlegering en is afgewerkt met een
beschermende polyurethaanverf; in zone 0 moet echter worden opgelet dat de behuizing
niet wordt blootgesteld aan stoten of schuring.
3.7
Internationaal
I7 IECEX intrinsieke veiligheid
Certificaat:
Normen:
Markeringen: HART: Ex ia IIC T5/T4 Ga, T5(—20 °C T
Speciale voorwaarden voor veilig gebruik (X):
1. Het apparaat kan de 500 V-isolatietest niet doorstaan die is vereist volgens bepaling 6.3.12
van EN60079-11:2012. Hiermee moet bij installatie van het apparaat rekening worden
gehouden.
2. De behuizing is mogelijk vervaardigd van een aluminiumlegering en is afgewerkt met een
beschermende polyurethaanverf; in zone 0 moet echter worden opgelet dat de behuizing
niet wordt blootgesteld aan stoten of schuring.
BAS97ATEX1089X
EN 60079-0:2012 + A11:2013, EN 60079-11:2012
II 1 G Ex ia IIC T5/T4 Ga, T5(—20 °C T
T4(—20 °C T
+70 °C)
a
Fieldbus:
II 1 G Ex ia IIC Ga T4(—20 °C T
Tabel 2. Ingangsparameters
Parameter
Spanning U
i
Stroom I
i
Vermogen P
i
Elektrische capaciteit C
Zelfinductie L
i
IECEx BAS 09.0076X
IEC 60079-0:2011, IEC 60079-11:2011
Fieldbus: Ex ia IIC T4 Ga (—20 °C T
Tabel 3. Ingangsparameters
Parameter
Spanning U
i
Stroom I
i
Vermogen P
i
Elektrische capaciteit C
Zelfinductie L
i
HART
30 V
200 mA
0,9 W
0,012 F
i
0 mH
+60 °C)
a
HART
30 V
200 mA
0,9 W
0,012 F
i
0 mH
+40 °C),
a
+60 °C)
a
Fieldbus/PROFIBUS
30 V
300 mA
1,3 W
0 F
0 mH
+40 °C), T4(—20 °C T
a
Fieldbus/PROFIBUS
30 V
300 mA
1,3 W
0 F
0 mH
Snelstartgids
+70 °C)
a
21