Februari 2019
2.7
Verricht de nulpuntstrim van de transmitter
Opmerking
De transmitters worden volledig gekalibreerd geleverd, volgens gewenste specificatie of
volgens de fabrieksinstelling van een volledige schaal (meetbreedte = bovenste
meetgrens).
Een nulpuntstrim is een afstelling op een enkel punt om te compenseren voor
de invloed van de montagestand en leidingdruk. Zorg bij het uitvoeren van een
nulpuntstrim dat de egalisatiekraan open staat en alle natte poten tot het juiste
niveau zijn gevuld. De transmitter laat uitsluitend het trimmen van een 3—5%
bovenste meetgrens-nulfout toe. Voor een grotere nulfout moet de offset
worden gecompenseerd met behulp van de instellingen voor XD_Scaling,
Out_Scaling en Indirect L_Type, die deel uitmaken van het AI-blok.
Begeleide setup gebruiken:
1. Navigeer naar Configure > Guided Setup (configureren > begeleide setup).
2. Selecteer Zero Trim (nulpuntstrim). Via deze methode wordt de
nulpuntstrim uitgevoerd.
Handmatige setup gebruiken:
1. Navigeer naar Overview (overzicht)> Calibration (kalibratie) > Sensor Trim
(sensortrim).
2. Selecteer Zero Trim (nulpuntstrim). Via deze methode wordt de
nulpuntstrim uitgevoerd.
Snelstartgids
19