April 2020
Opmerking
Voor de overspanningsbeveiliging is een behuizing met een diameter
van ten minste 3,5 in. (89 mm) vereist.
8. Trek de sensordraden door de universeelkop en de opening in het
midden van de transmitter.
9. Monteer de transmitter in de universeelkop door de
transmittermontageschroeven in de montageopeningen van de
universeelkop te schroeven.
10. Monteer de transmitter met sensor in de beschermbuis, of monteer
ze desgewenst op afstand.
11. Dicht de adapterschroefdraad af met siliconentape.
12. Trek de draden voor veldbedrading door de kabelbuis in de
universeelkop. Sluit de sensor- en voedingsdraden aan op de
transmitter.
Vermijd contact met andere aansluitklemmen.
13. Installeer het deksel van de universeelkop en draai het aan.
A. Beschermbuis met schroefdraad
B. Sensor met schroefaansluiting
C. Standaardverlengstuk
D. Universele kop (transmitter binnenin)
E. Kabelingang
Snelstartgids
b) Controleer of de voedingsdraden van de
overspanningsbeveiliging goed zijn vastgezet onder de
schroeven van de voedingsklemmen van de transmitter.
c) Controleer of de aardgeleider van de
overspanningsbeveiliging is vastgezet op de inwendige
aardschroef in de universeelkop.
Snelstartgids
9