Height Rider/Serie SP
Bediening & veiligheid Instructies
machine slechts langzaam worden gebruikt en is alleen "Lo" drive toegestaan. Deze regelfuncties zijn
van primair belang voor de veiligheid van de machine en de bediener. Deze functie mag daarom nooit
uitgeschakeld of overbrugd worden. Let op! Op latere modellen bevindt de giekschakelaar zich naast
het kniegewricht en wordt deze via een nok op Giek 3 bediend. Hierdoor kan de bediener de giek
enigszins opheffen, terwijl snel rijden mogelijk blijft. Alle andere functies blijven gelijk.
4.1.8
ACCU-MANAGEMENT (ALLEEN MACHINES MET ELEKTRISCH/DUBBELE AANDRIJVING): de
conditie van de accu's wordt permanent gecontroleerd via het regelcircuit, zodat wanneer de
beschikbare stroom tot 80% van de volle lading is gedaald het accustatus-circuit de voeding naar de
hydrauliekaggregaten "afkapt". Deze functie zorgt ervoor dat de aandrijving beurtelings wordt gestopt en
gestart om de bediener te waarschuwen dat opladen van de accu's nodig is. Tegelijkertijd treedt de
claxon met onderbrekingen in werking om de waarschuwing kracht bij te zetten. Er is dan nog
voldoende lading aanwezig om naar het dichtstbijzijnde laadstation te rijden. Wanneer de bediener deze
waarschuwing negeert zal het "afkappen" van de motor blijven aanhouden totdat de machine niet meer
werkt. Onmiddellijk opladen wordt dan noodzakelijk.
De machine mag nooit met geheel lege accu worden achtergelaten, omdat dit de accu binnen relatief
korte tijd ernstig kan beschadigen.
4.1.9
ACCUSCHAKELAAR: - onder de onderste bedieningskap bevindt zich een contactstop voor de accu,
zodat de stuur- en stroomcircuits van de machine van de accu's zelf kunnen worden gescheiden.
Onder normale omstandigheden moet de sleutelschakelaar worden gebruikt om de machine uit te
schakelen, terwijl de contactstop van de accu slechts nodig is om de accu in noodgevallen, zoals
kortsluiting, of tijdens het onderhoud van de machine uit te schakelen.
Op machines met elektrische en dubbele aandrijving is het acculaadcircuit direct aangesloten aan e
accuzijde, zodat deze schakelaar geen invloed heeft op het opladen. De hoofdaccu is aan massa gelegd
via het chassis.
4.1.10
FUNCTIEKEUZEHENDEL: - op machines met meerdere aandrijfmogelijkheden zal de machines als
standaard de elektrische aandrijving gebruiken, tenzij de dieselmotor wordt gestart.
4.1.11
DIESELMOTOR: - doorgaans een Kubota V1505 motor, voor de aandrijving van een dubbele pomp met
geïntegreerde pompstortkleppen (een per gedeelte) en een integrale ontlastklep op de achterste pomp.
De opstelling maakt gebruik mogelijk met twee snelheden, volgas rijden en automatische
overdrukontlasting bij het oprijden van oprijbruggen/hellingen.
4.1.12
ZEKERINGEN EN TRIPSCHAKELAARS: -
1) 125A zekering bij de accu van de dieselmotor (startmotor en wisselstroomdynamo).
2) 10A onderbreker (hoofdregelsysteem).
3) 35A onderbreker (circuit voor zware belasting, voor diesel gasklep/gloeibougie).
4.1.13
CONSOLE DIE BELASTING DETECTEERT (SiOPS
die detecteert of de operateur tegen de console geduwd of gevallen is. Als de belasting aan de
voorzijde van de console groter is dan de van tevoren ingestelde hoeveelheid, dan zal de
voetschakelaar uitgeschakeld worden voor een betere veiligheid van de operateur en om te voorkomen
dat de kooibediening per ongeluk bediend wordt. Lees voor meer informatie sectie 4.3.3.
20
TM
):
Deze machine is uitgerust met een kooiconsole
-
Dutch – 12/09