6 | Machine voorbereiden
Machine voorbereiden voor het gebruik
6.4.16.3.2 Overbrenging met nalopende wielaandrijving bepalen
VOORWAARDEN
Precisiezaaischijf is gekozen
Om de gewenste korrelafstand uit de afgifte te
1.
berekenen:
zie de bedieningshandleiding AmaScan2
"Korrelafstand bepalen",
of
zie de bedieningshandleiding AmaCheck
"Korrelafstand bepalen".
Met de gewenste korrelafstand:
2.
Overbrenging voor de nalopende wielaandrijving
uit de tabel bepalen.
De overbrenging is afhankelijk van de wielslip.
Om in het veld de impulsen per 100 m te
3.
bepalen,
zie de bedieningshandleiding AmaScan2
"Impulsen bepalen",
of
zie de bedieningshandleiding AmaCheck
"Impulsen bepalen".
a
R
a
T
I
E
I
= impulsen per 100 m
Z
Z=24
116
Rekenkundig bepaalde
korrelafstand
In bedieningscomputer
bepaalde korrelafstand
Geregistreerde impulsen
per 100 m
485
a
T
=
´
a
I
R
E
I
Z
18,2
=
´
a
463 17 4 ,
R
485
=
´
a
R
MG6967-NL-II | G.1 | 28.10.2023 | © AMAZONE
CMS-T-00003652-F.1
CMS-I-00002790
=
=
CMS-I-00002683