Regeling Tapwaterregeling - TW
7.5.6
Antikalkprogramma
Het antikalkprogramma zorgt ervoor dat de primaire temperatuur niet hoger wordt
dan de ingestelde antikalktemperatuur. Hierdoor wordt kalkafzetting zoveel mogelijk
voorkomen.
De functie is alleen actief als tijdens de configuratie voor het gebruik van een
primaire voeler is gekozen.
Zolang de primaire temperatuur lager is dan de ingestelde antikalktemperatuur minus
5 K mag de mengklep nog volledig (100 %) geopend zijn. De mengklep moet
gesloten (0 %) zijn als de primaire temperatuur gelijk wordt aan de ingestelde
antikalktemperatuur. In het tussenliggende gebied heeft de toegestane maximum-
stand van de mengklep een lineair verloop.
MENU BEDRIJFSGEGEVENS
Antikalk actief
Primaire temp
MENU INSTELLINGEN
Primaire temp
antikalk
7.5.7
Nadraaien boilergroepspomp en laadpomp
Het nadraaien van de pompen heeft tot doel kalkneerslag in de warmtewisselaar zo
veel mogelijk te voorkomen.
De pompen stoppen met nadraaien als de laadtemperatuur lager wordt dan de
gewenste laadtemperatuur minus de ingestelde schakeldifferentie laadpomp of als
de ingestelde nadraaitijd is verstreken.
Indien tijdens de configuratie gekozen is voor een mengklep aan de secundaire zijde,
draait de boilergroepspomp alleen na als tijdens de configuratie is gekozen voor het
benutten van restwarmte.
MENU INSTELLINGEN
Nadraaitijd
pompen
Schakeldiff
laadpomp
Tapwaterregelaar TC 301 / 302
De gewenste kleppositie wordt op een maximum-
waarde begrensd op basis van het antikalkprogramma.
De momentane primaire temperatuur.
0°C
Ter voorkoming van mogelijke kalkafzetting mag de
primaire temperatuur niet hoger worden dan de
75°C
ingestelde waarde. De waarde mag niet te laag
ingesteld worden omdat de gewenste tapwatertemp
dan mogelijk niet bereikt kan worden.
De nadraaitijd van de laad- en de boilergroepspomp.
2min
Het nadraaien stopt zodra de laadtemperatuur lager
wordt dan de gewenste laadtemperatuur minus de
2K
ingestelde differentie.
71