5. Normen/voorschriften
Voor het installeren van een warmtewisselaar-
uitbreidingsset is de toestemming van de bevoegde
schoorsteenveger vereist.
De desbetreffende bouw- en bedrijfsrechtelijke
voorschriften moeten worden nageleefd.
De installatie van een warmtewisselaar mag uitslui-
tend door erkend vakpersoneel worden uitgevoerd.
Dit draagt ook de verantwoordelijkheid voor de uit-
voering van de installatie in overeenstemming met
de voorschriften en voor de eerste inbedrijfstelling.
De bijgevoegde handleiding moet goed zichtbaar in
de verwarmings-/opstelruimte worden bewaard.
De warmtewisselaar mag uitsluitend worden opge-
steld en gebruikt in verwarmings- resp. opstelruim-
ten die volgens de plaatselijke FeuVO-voorschriften
zijn uitgevoerd.
Voor de installatie dienen onderstaande voorschrif-
ten, regels en richtlijnen in acht te worden geno-
men:
Richtlijnen voor verwarmingsruimten of de bouw-
verordening van de deelstaten, 'Richtlijnen voor de
bouw en inrichting van centrale verwarmingsruim-
ten en bijbehorende brandstofruimten'
Energiebesparingswet (EnEG) met de daarbij uit-
gevaardigde verordeningen HeizAnlV (verordening
inzake verwarmingsinstallaties)
6
DIN-normen
DIN 1988 Technische regels voor drinkwaterinstal-
laties
DIN 4701 Regels voor de berekening van de warm-
tebehoefte van gebouwen
DIN 4751 deel 3 Veiligheidstechnische uitrusting van
verwarmingsinstallaties met aanvoertemperaturen
tot 95 °C
VDE-voorschriften
VDE 0100 Bepalingen voor het bouwen van sterk-
stroominstallaties met nominale spanningen tot
1000 V
VDE 0105 Bedrijf van sterkstroominstallaties,
algemene bepalingen
VDE 0722 Elektrische uitrusting van niet-elektrisch
verwarmde warmtetoestellen
VDE 0470 Beschermingsgraad door kast
EN 60529
EN 60335-1 Huishoudelijke en soortgelijke elektri-
sche toestellen – Veiligheid
Opmerking: Deze montagehand-
EN
leiding dient zorgvuldig te worden
bewaard en moet worden door-
60335-1
gelezen alvorens het toestel te
installeren.
Bij de omgang met het ver-
brandingsgascondensaat en de
neutralisatieproducten moeten
rubberen handschoenen worden
gedragen. Bij aanraking van het
condensaat met de huid of ogen,
direct met helder, stromend wa-
ter af- en uitspoelen. Bij oogletsel
onmiddellijk een arts raadplegen.
Het gebruikte neutralisatiemiddel bevat geen giftige
of gezondheidsschadelijke stoffen.
Verder moeten ook de desbetreffende lokale
overheidsvoorschriften in acht worden genomen
(bijv. WVU, EVU, VDE, DIN, DVGW, ÖVGW, SVGW).
Bovendien gelden de richtlijnen van de arbeids- en
informatiebladen DWA-M115 en ATV A251.
Warmtewisselaar GPH 28