Bedradingsvoorbeelden
Elektrische bedrading
Afbeelding 8.4 Bedrading voor toepassing met dompelpomp
LET OP
Stel analoge ingang 2 (klem 54) in op mA (schakelaar
202).
Parameterinstellingen
Parameter
Parameter 1-20 Motor Power [kW]/parameter 1-21 Motor Power
[HP]
Parameter 1-22 Motor Voltage
Parameter 1-24 Motor Current
Parameter 1-28 Motor Rotation Check
Zorg dat parameter 1-29 Automatic Motor Adaptation (AMA) is
ingesteld op [2] Beperkte AMA insch.
Tabel 8.14 Relevante parameters voor een dompelpomp-
toepassing
Parameter
Parameter 3-02 Minimum
Reference
Parameter 3-03 Maximum
Reference
Parameter 3-84 Initial Ramp Time (2 s)
Parameter 3-88 Final Ramp Time
Parameter 3-41 Ramp 1 Ramp Up
Time
Parameter 3-42 Ramp 1 Ramp
Down Time
Parameter 4-11 Motor Speed Low
Limit [RPM]
Parameter 4-13 Motor Speed High
Limit [RPM]
MG21A510
Bedieningshandleiding
Instelling
De eenheid van de minimum-
referentie komt overeen met
de eenheid in
parameter 20-12 Reference/
Feedback Unit.
De eenheid van de maximum-
referentie komt overeen met
de eenheid in
parameter 20-12 Reference/
Feedback Unit.
(2 s)
(8 s, afhankelijk van grootte)
(8 s, afhankelijk van grootte)
(30 Hz)
(50/60 Hz)
Danfoss A/S © 09/2018 Alle rechten voorbehouden.
Parameter
Gebruik de wizard voor een regeling met terugkoppeling onder
⇒ Functiesetups om alle instellingen voor een PID-
[Quick Menu]
regeling met terugkoppeling in te stellen.
Tabel 8.15 Voorbeeld van instellingen voor dompelpomp-
toepassing
Parameter
Parameter 29-00 Pipe Fill Enable
Parameter 29-04 Pipe Fill Rate
Parameter 29-05 Filled Setpoint
Tabel 8.16 Voorbeeld van instellingen voor leidingvulmodus
Prestaties
Afbeelding 8.5 Prestatiecurve voor leidingvulmodus
Instelling
Instelling
Uitgesch.
(Terugkoppelingseenheden)
(Terugkoppelingseenheden)
81
8
8