Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina
Verberg thumbnails Zie ook voor VLT AQUA Drive FC 202:
Inhoudsopgave

Advertenties

Mechanische installatie
Diverse maten kruiskop- en platkopschroeven-
draaiers.
Dopsleutel met relevante metrische doppen (7-17
mm/0,28-0,67 in).
Dopsleutelverlengstukken.
Torx-schroevendraaier (T25 en T50).
Metaalpons voor kabelgoten of kabelwartels.
I-balk en haken die geschikt zijn om het gewicht
van de frequentieregelaar te hijsen. Zie
hoofdstuk 3.2 Vermogensklasse, gewicht en
afmetingen.
Kraan of ander hijsmiddel om de frequentiere-
gelaar op de sokkel en op zijn plaats te zetten.

4.3 Opslag

Sla de frequentieregelaar op in een droge omgeving. Laat
de apparatuur in de afgedichte verpakking staan totdat u
begint met installeren. Zie hoofdstuk 10.4 Omgevingscon-
dities voor de aanbevolen omgevingstemperatuur.
Periodiek formeren (laden van de condensator) tijdens
opslag is niet nodig, tenzij het product langer dan 12
maanden wordt opgeslagen.

4.4 Bedrijfsomgeving

LET OP
In omgevingen met vloeistofnevel, deeltjes of corrosieve
gassen moet u ervoor zorgen dat de IP/Type-klasse
overeenkomt met de installatieomgeving. Als niet aan de
omgevingsvereisten wordt voldaan, kan dat de
levensduur van de frequentieregelaar bekorten. Zorg dat
wordt voldaan aan de vereisten ten aanzien van
luchtvochtigheid, temperatuur en hoogte.
Spanning
Hoogtebeperkingen
[V]
200–240
Voor hoogtes boven 3000 m (9842 ft) moet u
contact opnemen met Danfoss in verband met
PELV.
380–480
Voor hoogtes boven 3000 m (9842 ft) moet u
contact opnemen met Danfoss in verband met
PELV.
525–690
Voor hoogtes boven 2000 m (6562 ft) moet u
contact opnemen met Danfoss in verband met
PELV.
Tabel 4.1 Installatie op grote hoogtes
Zie hoofdstuk 10.4 Omgevingscondities voor gedetailleerde
omgevingsspecificaties.
MG21A510
Bedieningshandleiding
LET OP
CONDENSATIE
Vocht kan condenseren op de elektronische
componenten en kortsluiting veroorzaken. Vermijd
installatie in gebieden waar vorst kan optreden.
Installeer een optionele kastverwarming als de frequen-
tieregelaar kouder is dan de omgevingslucht. De kans op
condensatie wordt kleiner als u de frequentieregelaar in
de stand-bymodus laat werken, zolang de vermogensdis-
sipatie ervoor zorgt dat de circuits vrij van vocht blijven.
LET OP
EXTREME OMGEVINGSCONDITIES
Warme en koude temperaturen hebben een negatieve
invloed op de prestaties en levensduur van de eenheid.
4.4.1 Gassen
Agressieve gassen, zoals waterstofsulfide, chloor of
ammoniak, kunnen de elektrische en mechanische
componenten beschadigen. In de eenheid worden gecoate
printkaarten toegepast om de effecten van agressieve
gassen tegen te gaan. Zie hoofdstuk 10.4 Omgevingscon-
dities voor de specificaties en classificatie van
vormvolgende coatings.
4.4.2 Stof
Let op de volgende punten als u de frequentieregelaar in
een stoffige omgeving installeert:
Periodiek onderhoud
Wanneer stof zich ophoopt op elektronische componenten,
werkt dat als een isolatielaag. Deze laag vermindert de
koelcapaciteit van de componenten, waardoor de
componenten warmer worden. De warmere omgeving
verkort de levensduur van de elektronische componenten.
Voorkom dat stof zich op het koellichaam en de
ventilatoren ophoopt. Zie hoofdstuk 9 Onderhoud, diagnose
en problemen verhelpen voor meer informatie over service
en onderhoud.
Danfoss A/S © 09/2018 Alle rechten voorbehouden.
Gebruik de frequentieregelaar niet in
omgevingen waar de omgevingstemperatuur
hoger is dan 55 °C (131 °F).
De frequentieregelaar kan werken bij
temperaturen vanaf -10 °C (14 °F). Een juiste
werking bij nominale belasting is echter alleen
gegarandeerd bij temperaturen van 0 °C (32 °F)
en hoger.
Als de temperatuur de limieten voor de
omgevingstemperatuur overschrijdt, is extra
klimaatregeling van de kast of installatieplek
noodzakelijk.
4
4
17

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave