Bedieningsfuncties op het stuur
Accuconditiemeter (Fig. 9): bevindt zich centraal op het bedieningspaneel en
geeft het laadniveau van de batterijen weer. Groen duidt aan dat de batterijen
volledig zijn opgeladen. Geel raadt u aan voorzichtig te zijn omdat de batterijen
ongeveer half zijn opgeladen. Rood is een waarschuwing omdat de accu's bijna
leeg zijn. Denk eraan dat de weergave op deze meter zal schommelen
wanneer u versnelt vanaf de startpositie en wanneer u een helling oprijdt. Dit is
normaal. De weergave is beter wanneer de scooter op een vlak niveau rijdt.
Richtingaanwijzers (Fig. 9): bevinden zich links/rechts op het bedieningspaneel.
Druk op de gewenste knop voor links of rechts. Wanneer u opnieuw op de knop
drukt, zal de richtingaanwijzer worden uitgeschakeld.
Snelheidinstelling (Fig. 9): laat u toe de gewenste maximumsnelheid in te
stellen. Draai de wijzer naar links om te verlagen, en naar rechts om de
snelheid te verhogen.
Claxon (Fig. 9): druk op de knop om een waarschuwingsgeluid te geven.
Lichten (Fig. 9): de scooter is uitgerust met lichten die worden aan- of
uitgeschakeld door op de "licht" knop te drukken die zich op het
bedieningspaneel bevindt. Indien de lichten na gebruik niet worden
uitgeschakeld, zal het verwijderen van de contactsleutel de lichten doen doven.
Knipperlichten (Fig. 9): deze kunnen worden aangeschakeld wanneer het
contact zowel aan als uit is.
Opmerking: Wanneer u op het voetpad rijdt is het veilig om de snelheid
te halveren.
Lichten
Koplamp aan/
uit indicator
Richting-
aanwijzer aan/
uit indicator
Instellen van
de snelheid
Claxon
Richtingaan-
Fig. 9
wijzer links
10
Accuconditie-
meter
Gevarenlichten
Richting-
aanwijzer aan/
uit indicator
Aan/uit
indicator
scooter (zie
pagina 18)
Claxon
Richtingaan-
wijzer rechts
Iss 6