6 GEBRUIKERSINTERFACE
6.2
Lasvariabelen
Om de lasvariabelen te openen:
•
Houd drukknop 1 (13) 2 seconden ingedrukt.
•
Gebruik encoder 1 (1) om de te wijzigen lasvariabele te selecteren.
•
Gebruik encoder 2 (2) om de waarde te wijzigen.
Voorstroom
De voorstroomtijd is de tijd waarin het beschermgas stroomt voordat de boog wordt ontstoken. Het
instelbereik is 0,0 – 5,0 sec.
Kruipstart (RIN)
Kruipstart voedt de draad met een lagere draadaanvoersnelheid dan de vooraf ingestelde
draadaanvoersnelheid, totdat deze elektrisch contact maakt met het werkstuk en overgaat op de
vooraf ingestelde draadaanvoersnelheid. Instellen als percentage van vooraf ingestelde
draadaanvoersnelheid.
Nabranden (B-B)
Nabranden is de vertraging tussen het tijdstip waarop de lasdraad begint te breken en het tijdstip
waarop de stroombron het lasvermogen uitschakelt.
Een te korte nabrandtijd resulteert na het lassen in een langere "draadpeuk". Er bestaat dan het risico
dat de draad in het stollende lasbad blijft steken.
Een te lange nabrandtijd resulteert in een kortere "draadpeuk", waarbij de kans bestaat dat de draad
terugbrandt naar het lasmondstuk.
Nastroom
Nastroom is de tijd waarin het beschermgas stroomt nadat de boog is gedoofd. Het instelbereik is 0,0
tot 10,0 sec.
6.3
Boogdynamica en triggerselectie
Om de lasvariabelen te openen:
•
Houd drukknop 2 (3) 2 seconden ingedrukt.
•
Gebruik encoder 1 (1) om de trigger of boogdynamica te selecteren.
•
Gebruik encoder 2 (2) om de waarde te wijzigen.
Tweetakt
Bij 2-takt begint de gasvoorstroom (indien gebruikt) als de schakelaar van de lastoorts wordt
ingedrukt. Het lasproces begint. Als de trigger wordt losgelaten, stopt het lasproces en start de
gasnastroom (indien geselecteerd).
Viertakt
Met viertakt start de gasvoorstroom als de trigger van de lastoorts wordt ingedrukt en start de
draadaanvoer als de schakelaar wordt losgelaten. Het lasproces gaat door tot de schakelaar weer
wordt ingedrukt, de draadaanvoer stopt en de gasnastroom (indien gebruikt) begint als de schakelaar
wordt losgelaten.
Boogdynamica
Wordt gebruikt om de intensiteit van de lasboog aan te passen. Lagere instellingen voor de
boogregeling maken de boog zachter met minder lasspatten en een betere bevochtigingswerking van
het lasbad. Hogere instellingen voor de boogregeling zorgen voor een krachtiger, doordringender
lasboog, waardoor de penetratie van de las wordt vergroot. Het instelbereik is -9 tot +9.
0447 979 001
- 25 -
© ESAB AB 2023