5. HET GEBRUIK VAN DE KOOKPLAAT
5.1
Aanschakeling van de branders van de kookplaat
Voordat de branders van de kookplaat aangeschakeld worden, moet
gecontroleerd worden of de vlamverdelers in hun zitten met de bijbehorende
deksels geplaatst zijn, door op te letten dat de gaten A van de vlamverdelers
overeenstemmen met de vonkontstekers en de thermokoppels.
Voor de brander met dubbele vlamverdeler (UR2) moeten de deksels G en F
perfect op de brander D worden geplaatst en vastgeklemd. De brander zelf
moet op de basis B worden geplaatst en vastgeklemd (gebruik hierbij de pinnen
C als referentie). Voor een wok dient het rooster H te worden gebruikt.
A
Naast elke knop wordt de bijhorende brander aangeduid.
Het
toestel
ontstekingsmechanisme. Het is voldoende om op de knop
te drukken en hem in tegenwijzerszin te draaien op het
symbool van de maximum vlam
aangeschakeld.
Bij de modellen met klep moet na de aanschakeling de knop nog enkele
seconden ingedrukt gehouden worden, zodat het thermokoppel warm wordt.
Het kan zijn dat de brander uitgaat wanneer de knop wordt losgelaten: dit
betekent dat het thermokoppel nog niet voldoende was verwarmd.
Wacht enkele ogenblikken, en herhaal de handeling door de knop langer
ingedrukt te houden. Bij de branders zonder thermokoppel is deze handeling
niet nodig.
Eens de brander aangeschakeld is, kan de vlam naar wens geregeld worden.
Na het gebruik van de kookplaat moet steeds gecontroleerd worden of de
bedieningsknoppen zich in de positie O (uit) bevinden.
Als de branders toevallig uitgaan, grijpt na ongeveer 20 seconden een
veiligheidsmechanisme in dat de levering van het gas blokkeert, ook al staat de
kraan open.
50
Instructies voor de gebruiker
F
G
C
is
voorzien
D
H
B
van
een
elektrisch
, tot de brander wordt