Instructies voor de installateur
In geval de stroomkabel wordt vervangen,
mag de doorsnede van de draden van de
nieuwe kabel niet kleiner zijn dan 0.75
mm2 (kabel van 3 x 0.75), door er mee
rekening te houden dat het uiteinde dat op
de oven moet aangesloten worden een
aardedraad moet hebben (geel-groen) die
minstens 20 mm langer is. Gebruik uitsluitend een kabel van het type H05V2V2-
F of gelijkaardig en die bestand is tegen een maximumtemperatuur van 90°C.
De vervanging moet uitgevoerd worden door een bevoegd technicus, die de
aansluiting op het net moet uitvoeren volgens het onderstaande schema.
L = bruin
N = blauw
= geel-groen
De constructeur kan niet aansprakelijk gesteld worden voor persoonlijke letsels
of materiële schade als gevolg van het niet in acht nemen van die voorschriften
of door het onklaar maken van een afzonderlijk deel van het toestel.
7.4
Ventilatie van de ruimte
Het toestel mag enkel in permanent geventileerde ruimten worden
geïnstalleerd, zoals voorzien wordt door de van kracht zijnde normen. In de
ruimte waar het toestel geïnstalleerd is, moet een voldoende luchttoevoer
aanwezig zijn die nodig is voor de regelmatige gasverbranding en de
luchtverversing van de ruimte zelf. De luchtinlaatopeningen, die beschermd
worden door roosters, moeten afmetingen conform de van kracht zijnde normen
hebben, en moeten zodanig geplaatst zijn dat ze niet, ook niet gedeeeltelijk,
verstopt worden.
De ruimte moet goed geventileerd worden zodat de hitte en de vochtigheid
geëlimineerd worden die geproduceerd worden door de bereidingen: vooral
nadat het toestel voor lange tijd niet gebruikt werd, wordt aanbevolen om een
venster te openen of om de snelheid van eventuele ventilatoren te verhogen.
7.5
Afvoer van de verbrandingsproducten
De afvoer van de verbrandingsproducten kan verzekerd worden door middel van
een afzuigkap die verbonden is met een rookkanaal met een efficiënte trek of
met een geforceerde afzuiging. Een efficiënt afzuigsysteem moet zorgvuldig
ontworpen worden door een bevoegd specialist, en moet uitgevoerd worden
door de posities en de afstanden te respecteren die worden voorzien door de
normen. Na de handeling moet de installateur een conformiteitscertificaat
afgeven.
57