Proline 400 HART
5
Elektrische aansluiting
LET OP
Het meetinstrument heeft geen interne uitschakelaar.
‣
Ken daarom aan het meetinstrument een uitschakelaar toe zodat de voedingskabel
eenvoudig kan worden losgekoppeld van de voedingsspanning.
‣
Ondanks dat het meetinstrument is voorzien van een zekering, moet een aanvullende
overstroombeveiliging (maximum 16 A) in het systeem worden opgenomen.
5.1
Elektrische veiligheid
Conform de geldende nationale regelgeving.
5.2
Aansluitvoorwaarden
5.2.1
Benodigd gereedschap
• Momentsleutel
• Voor kabelwartels: gebruik passend gereedschap
• Striptang
• Bij gebruik van soepele kabels: crimptang voor adereindhuls
5.2.2
Voorschriften voor verbindingskabel
De door de klant geleverde aansluitkabels moeten aan de volgende specificaties voldoen.
Toegestaan temperatuurbereik
• De installatierichtlijnen die gelden in het land van toepassing moeten worden
aangehouden.
• De kabels moeten geschikt zijn voor de verwachte minimale en maximale temperaturen.
Voedingskabel (inclusief ader voor interne aardklem)
Standaard installatiekabel is voldoende.
Signaalkabel
Stroomuitgang 0/4 tot 20 mA
Standaard installatiekabel is voldoende.
Stroomuitgang 4 tot 20 mA HART
Een afgeschermde kabel wordt aanbevolen. Let op het aardingsconcept van de installatie.
Puls/frequentie-/schakeluitgang
Standaard installatiekabel is voldoende.
Status ingang
Standaard installatiekabel is voldoende.
Endress+Hauser
Elektrische aansluiting
13